les 7 - H2 - lunes 23 de septiembre 2024

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Les 7 - H2 - lunes 23 de septiembre 2024

¿Qué hacemos hoy? (Wat doen we vandaag?)

* We controleren ons huiswerk 

* We herhalen hoe je de tijd moet zeggen in het Spaans

* We leren hoe je zegt hoe laat een activiteit begint

* Spreekoefening 

* We oefenen nieuwe woordenschat

Oefening 5d (WB blz. 8)

1. ¿Quién es tu profe(sor) de historia?
2. Es el señor Márquez Sánchez.
3. Es el señor/la señora ...
4. ¿En qué curso estás?
5. Estoy en el segundo (2) curso.
6. El profe de educación física es amable.

Oefening 10 (WB blz. 11)

1.	Spaans	castellano
2.	geschiedenis	historia
3.	muziek	música
4.	biologie	biología
5.	Engels	inglés
6.	gym	educación física
7.	aardrijkskunde	geografía
8.	wiskunde	matemáticas
7.

Hoe laat is het?

Es la una        = het is een uur

Son las dos      = het is twee uur

Son las 7 y media  = het is half acht

Son las 3 y cuarto = het is kwart over drie

Son las 5 menos cuarto = het is

kwart voor vijf

¿A qué hora ...?

¿Qué hora es?	Hoe laat is het?
Son las tres y media	Het is half vier
¿ A qué hora es la clase?	Om hoe laat is de les?
¿ A qué hora empieza ...?	Om hoe laat begint ...?
La clase empieza a las ...	De les begint om ... uur

Ejercicio 21a + 21b (WB blz. 19)

• Vul je eigen schoolschema voor de week in (21a)
• We gaan samen in gesprek over welke vakken je hebt, wanneer die zijn, en hoe laat ze beginnen
  

Nieuwe woorden (HW: bron C)

• Welke woorden ken je al?
• Welke woorden zijn werkwoorden?

la vida	el desayuno	la comida	la cena
la leche	el bocadillo	la fruta	la pausa
el recreo	dormir	aprender	llegar a casa

Woorden flitsen

• Je mag 40 seconden naar deze woorden kijken
• Daarna schrijf je er zoveel mogelijk op in je schrift

la vida	el desayuno	la comida	la cena
la leche	el bocadillo	la fruta	la pausa
el recreo	dormir	aprender	llegar a casa

Hoeveel heb je er onthouden?

• Check hoeveel woorden je goed had
• Check of je de woorden goed hebt gespeld :-)

la vida	el desayuno	la comida	la cena
la leche	el bocadillo	la fruta	la pausa
el recreo	dormir	aprender	llegar a casa

Wat betekent 'desayuno'?

1. ontbijt
2. middageten
3. avondeten
4. toetje

Un bocadillo is ...

1. een toetje
2. een broodje
3. fruit
4. een glas melk

Hoe zeg je in het Spaans:
De les begint om 9 uur

1. La clase empeza a las 9
2. La clase empieza las 9
3. La clase empeza las 9
4. La clase empieza a las 9

Hoe vraag je in het Spaans:
'Hoe laat is het?

1. ¿Qué es la hora?
2. ¿Qué hora es?
3. ¿Cómo es la hora?
4. ¿Cómo es el tiempo?

De schoolvakken 'química' & 'física' betekenen...

1. handvaardigheid en natuurkunde
2. natuurkunde en wiskunde
3. scheikunde en natuurkunde
4. handvaardigheid en scheikunde

Los deberes (di 24 sept)

• LZ (lezen): bron H (TB blz. 39) --> ¿Qué tal el instituto?