Vandaag leer je om mensen te beschrijven in het Spaans en om te de beschrijvingen in het Spaans te verstaan
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpaansWOStudiejaar 1
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
La clase de U1 de español
martes, 12 de abril
Vandaag leer je om mensen te beschrijven in het Spaans en om te de beschrijvingen in het Spaans te verstaan
Slide 1 - Slide
Hoy en clase
La clase anterior
La preparación para la clase de hoy
Escuchar en español
Hablar en español
La evaluación
La preparación para la siguiente clase
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
timer
2:00
En casa: Escribe en holandés 3 actividades de la clase anterior En clase: habla con un compañero de clase sobre 3 actividades en la clase anterior
Slide 4 - Mind map
La preparación para la clase de hoy
Slide 5 - Slide
Wat vond jij makkelijk van het huiswerk? Waarom? Wat vond jij het moeilijkst van het huiswerk? Waarom?
timer
2:00
Slide 6 - Open question
De werkwoorden die in de jij vorm staan zijn?
A
tienes
B
habla
C
vive
D
comes
Slide 7 - Quiz
Welk werkwoord klopt niet?
A
vivemos
B
coméis
C
escribo
D
hablan
Slide 8 - Quiz
Welk werkwoord hoort niet bij de groep -er?
A
lee
B
comen
C
hablas
D
corres
Slide 9 - Quiz
Moet je ik, jij enz. vóór een Spaans werkwoord zetten?
A
ja
B
nee
Slide 10 - Quiz
timer
1:30
Escribe en español todas las palabras que sabes de el físico
Slide 11 - Mind map
Slide 12 - Video
00:00
Ver un vídeo de Tio Spanish
Je gaat zo dadelijk een filmpje zien van Tio Spanish over het beschrijven van het uiterlijk.
Na de vídeo moet je opschrijven wat nieuw voor jou was. Dus maak aantekeningen!
Slide 13 - Slide
02:54
Wat heb je nieuw geleerd uit het video? Of wat begrijp je nu beter?
timer
2:00
Slide 14 - Open question
Hablar sober el físico
En casa: bel een klasgenoot op en ga dan quién es spelen? Kies een docent uit. De ander klasgenoot moet raden door vragen te stellen in het Spaans over het uiterlijk wie het is. Je mag alleen gesloten vragen stellen, dus antwoorden met sí of no.
timer
4:00
Slide 15 - Slide
Es un profesor del HLZ. Es delgado. Es bajito. Lleva gafas (a veces/soms) Le gusta mucho el deporte Quién es?
timer
1:00
Slide 16 - Open question
Es delgada. Es bajita. Tiene el pelo castaño. Le gusta mucho el arte Quién es?
timer
1:00
Slide 17 - Open question
Wat waren de lesdoelen van vandaag? En heb je ze behaald?