This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
3.5 Landschapzones
Slide 1 - Slide
A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
E-Klimaat
B-Klimaat
Slide 2 - Drag question
Welk klimaat zie je in de klimaatgrafiek?
A
Cf klimaat
B
Cs klimaat
C
Cw klimaat
Slide 3 - Quiz
Welk klimaattype volgens het systeem van Köppen heeft Nederland?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 4 - Quiz
Landschapszones
Klimaatzones landschapzones
Vegetatie is afhankelijk van het klimaat
≈
Slide 5 - Slide
Subtropische zone
droge, hete zomers
milde, regenachtige winters
De bladeren zijn hard en leerachtig (denk olijfbomen)
Slide 6 - Slide
Gematigde Zone
Gematigd klimaat = niet bijzonder koud of warm
Hoofdklimaat: C
veel loofbossen
geschikt voor landbouw
Boreale Zone
Kouder dan de gematigde zone
Veel naaldbossen
weinig vruchtbare grond
hoofdklimaat D
Slide 7 - Slide
Polaire zone
toendra, sneeuw- en ijsklimaten
Hoofdklimaat: E
Ook in hooggebergte (bijv. de Himalaya en de Andes)
mossen en grassen
nomadisch bestaan
Slide 8 - Slide
Welk klimaat zie je in de klimaatgrafiek hiernaast?
A
Af
B
BW
C
Cf
D
Dw
Slide 9 - Quiz
Wat kan je met de rode lijn van een klimaatgrafiek zien?
A
Neerslag
B
Temperatuur
C
Zonnestraling
D
Bewolking
Slide 10 - Quiz
Welk klimaat zie je in de klimaatgrafiek hiernaast?
(noordelijk halfrond)
A
Af
B
Aw
C
BS
D
Dw
Slide 11 - Quiz
Van welk gebied op aarde is deze klimaatgrafiek?
A
De Zuidpool
B
De Noordpool
C
D
Slide 12 - Quiz
A
Woestijn
B
Savanne
C
Steppe
D
Tropisch regenwoud
Slide 13 - Quiz
A
Tropisch
B
Toendra
C
Steppe
D
Savanne
Slide 14 - Quiz
De bodem van het tropisch regenwoud is vruchtbaar.
A
wel waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Waar kijk je bij het droge klimaat vooral naar?
A
Neerslag
B
Luchtdruk
C
Temperatuur
Slide 16 - Quiz
Hoe noem je het klimaat met de volgende kenmerken: -in de winter een gemiddelde temperatuur lager dan -3'c, een zomer met een gemiddelde temperatuur hoger dan 10'C -het gehele jaar neerslag?