NLA2P kleding + adjectieven

Adjectieven
+ bijvoeglijke naamwoorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Adjectieven
+ bijvoeglijke naamwoorden

Slide 1 - Slide

De ... muts
A
warme
B
warm
C
warmen

Slide 2 - Quiz

Het ... vest
A
grote
B
groote
C
groot
D
groten

Slide 3 - Quiz

Jij draagt een ... jasje
A
mooi
B
mooie
C
moie
D
mooien

Slide 4 - Quiz

's avonds drink ik een ............pilsje maar 's middags drink ik ............thee
A
koude - warme
B
koud - warme
C
koude - warme
D
koud - warm

Slide 5 - Quiz

Amsterdam is een ............stad maar in het Noorden van Nederland is alles.........
A
duur-goedkoop
B
dure - goedkope
C
dure - goedkoop

Slide 6 - Quiz

Ik draag vandaag ... sokken
A
wit
B
wite
C
witte
D
witten

Slide 7 - Quiz

Marie draagt vandaag een ... blouse
A
zwart
B
zwarte
C
zwarten

Slide 8 - Quiz

Ik heb gisteren de trein
A
gemist
B
gemisd

Slide 9 - Quiz

Hij is vorige week
A
verhuisd
B
verhuist

Slide 10 - Quiz

verhuizen
- en + verhuiz
ik verhuis
verhuis + d

geen GE  bij beginnen, vergeten, onthouden

Slide 11 - Slide

Wij hebben afelopen weekend lekker ................. en .................
A
ge-eet - gedrinkt
B
gegeten - gedrinkt
C
Gegeten - gedronken
D
gegeten - gedrinkd

Slide 12 - Quiz

Wij zijn moe omdat.........

Slide 13 - Open question

mijn hobby's zijn

Slide 14 - Mind map