Rekonomie

Indexcijfers
indexcijfers vergelijken

  • basisjaar
  • procent
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Indexcijfers
indexcijfers vergelijken

  • basisjaar
  • procent

Slide 1 - Slide

Indexcijfers
Berekeningen indexcijfers:

Indexcijfer berekenen?
(gegeven van nieuw jaar : gegeven van het basisjaar) × 100 = indexcijfer.

Slide 2 - Slide

Indexcijfers
Indexcijfer = verhoudingsgetal, is geen percentage. 



Slide 3 - Slide

Patatprijs
2016 - 3,10 - indexcijfer 100
2017 - 3,00 - indexcijfer ?
2018 - ? - indexcijfer 95
Reken de vraagtekens uit

Slide 4 - Open question

In het 2019 (basisjaar) is een spijkerboek €34
In 2020 is een spijkerbroek €40
Bereken het indexcijfer van 2020

Slide 5 - Open question

indexcijfers
Soms kan het basisjaar te oud zijn. Bijv bij een reeks getallen waarvan het basisjaar in 1980 ligt. Dat is dan zo oud, dat we het basisjaar verleggen naar afgelopen jaar. Je kan dan met dezelfde getallen een nieuwe reeks berekenen. 
Bijv de volgende dia. 

Slide 6 - Slide

Bereken de indexcijfers
van jaar 2012 t/m 2016.
Het basisjaar is 2015.
A
95 - 99 - 98 - 100 - 103
B
96 - 99 - 97 - 100 - 103
C
96- 99 - 98 - 100 - 103
D
96% - 99% - 98% - 100% - 103%

Slide 7 - Quiz

De kaartverkoop van een voetbalvereniging staat hiernaast in indexcijfers vermeld.
Bereken de verkochte kaarten in april.
A
4500
B
8700
C
6235
D
10.070

Slide 8 - Quiz

Prijscompensatie
Prijscompensatie = je loon stijgt net zoveel als de prijzen ("de prijsstijging wordt gecompenseerd") -> RIC is precies 0 (geen stijging, geen daling).

Voorbeeld: 
RIC = NIC / PIC

PIC = +2% ( indexcijfer = 102,0)
NIC wordt gecompenseerd, dus ook +2% ( indexcijfer = 102,0)

RIC = 102,0 / 102,0 x 100 = 100,0 -> dus geen koopkrachtstijging of -daling = prijscompensatie.

Slide 9 - Slide

Reele rendement

RIC = NIC / PIC x 100

NIC = Nominaal IndexCijfer

PIC = prijsindexcijfer (CPI)

RIC = Reele IndexCijfer

Slide 10 - Slide

Totale opbrengst = omzet = TO

TO = p x q
p = prijs
q = hoeveelheid (afzet)

Slide 11 - Slide

Totale winst
TW=TO-TK
De totale kosten worden van de totale opbrengsten afgetrokken

Slide 12 - Slide

TW= TO-TK
TK= VK + CK

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide