21MR/OR Commercieel 1 Marktonderzoek Les 16: H2.4 Indexcijfers

21MR/OR Commercieel 1
1 / 40
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 40 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

21MR/OR Commercieel 1

Slide 1 - Slide

Samenvatting 1B tot nu toe
  • Doelen marktonderzoek
  • Fasen marktonderzoek 
  • Eisen aan steekproeven
  • Vormen onderzoek
  • Vormen secundair onderzoek (desk)
  • (Eisen aan) secundaire bronnen
  • Vormen primair onderzoek (field)
  • Enquêtevragen en -volgorde
  • Gemiddelde(n), modus & mediaan

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Rekenkundig gemiddelde

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Vraag D

Gemiddelde: 25,7
Modus: 19
Mediaan: 19,5

Slide 10 - Slide

Vandaag: Stap 5

Slide 11 - Slide

Wat gaan we leren?
  • Trends berekenen.
  • Enkelvoudige indexcijfers.
  • Reële groei-index berekenen.
  • Reële loonstijging berekenen.

Slide 12 - Slide

Waar kennen jullie indexcijfers van?

Slide 13 - Mind map

Indexcijfers
  • Indexcijfer meer dan 100 = groei
  • Indexcijfer minder dan 100 = daling

Slide 14 - Slide

Indexcijfers
Bijv: 
Basisjaar = 2019
Omzet 2019 = € 120.000
Omzet 2020 = € 140.000

Indexcijfer 2019 = 100
Indexcijfer 2020?

Slide 15 - Slide

Indexcijfers
Bijv: 
Basisjaar = 2019
Omzet 2019 = € 120.000
Omzet 2020 = € 140.000

Indexcijfer 2019 = 100
Indexcijfer 2020 = 140.000 / 120.000 * 100 = 116,6

Slide 16 - Slide

Indexcijfers afzet

Slide 17 - Slide

Indexcijfers afzet




Ieder indexpunt = 550 / 100 = 5,5

Wat is dan de omzet in de andere jaren?

Slide 18 - Slide

Opdracht
  • Maak vraag 21 van hoofdstuk 2.

timer
4:00

Slide 19 - Slide

Vraag 21
In 2017 heeft een winkel een omzet gemaakt van € 230.000.
In 2018 was de omzet € 242.000.
Wat was het indexcijfer van 2017 als 2018 het basisjaar is?

Slide 20 - Slide

Indexcijfers




Totale afzet tussen 2015 en 2020 = 3000
Bereken afzet per jaar.

Slide 21 - Slide

Indexcijfers




Bereken afzet per jaar.
Totale indexpunten = 95 + 100 + 105 + 95 + 103 + 102 = 600


Slide 22 - Slide

Indexcijfers




Totale indexpunten = 600
Totale afzet = 3000
Ieder indexpunt = 3000 / 600 = 5 stuks afzet


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Opdracht
  • Maak vraag 23 + 24 + 25 van hoofdstuk 2.

timer
15:00

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Indexcijfers
  • Indexcijfer meer dan 100 = groei
  • Indexcijfer minder dan 100 = daling

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Indexcijfers


Stel; nieuwe basisjaar = 2017. Reken de nieuwe indexcijfers uit.


Slide 29 - Slide

Indexcijfers


Indexcijfer = relatieve waarde ten opzicht van basisjaar.

Dus bijv. 2015: Waarde is 95, waarde basisjaar is 105 →
95 / 105 * 100 = 90,5

Slide 30 - Slide

Indexcijfers


Opdracht: reken de nieuwe indexcijfers uit.
Basisjaar 2017.

Slide 31 - Slide

Opdracht
  • Maak vraag 29 van hoofdstuk 2.

timer
4:00

Slide 32 - Slide

Indexcijfers
  • Nominaal: op zichzelf staand, geen rekening houden met omstandigheden.

  • Reëel: werkelijk uitwerking groei, krimp, stijging, daling, etc.

Slide 33 - Slide

Inflatie
  • De stijging van de gemiddelde prijs per product.
  • Druk je uit in inflatiepercentage.
  • Als de CPI (consumentenprijsindex) 111,25 is, dan is de inflatie 11,25% ten opzichte van het basisjaar.

Slide 34 - Slide

Nominale en reële loonstijging

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Nominale en reële groei van de omzet
  • Reële indexcijfer (RIC)
  • Nominale indexcijfer (NIC)
  • Enkelvoudige prijsindexcijfer (PIC)

Slide 37 - Slide

Opdracht
  • Maak vraag 36 van hoofdstuk 2.

timer
10:00

Slide 38 - Slide

Opdracht

Slide 39 - Slide

Opdracht

Maak opgaven 18 t/m 47 van hoofdstuk 2. 


Slide 40 - Slide