Retailmarketing

Retailmarketing
Oefentoets
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Retailmarketing
Oefentoets

Slide 1 - Slide

Welke winkels behoren tot de non-foodbranche? Kies de juiste antwoorden.
A
drogisterij
B
Slijterij
C
dierenspeciaalzaak
D
Tabaks- en gemakszaak

Slide 2 - Quiz

Bij welke combinatie van verkoopkanalen sluiten verschillende soorten verkoopkanalen op elkaar aan en kun je artikelen die gekocht zijn in de webshop retourneren in de fysieke winkel?
A
singlechannel
B
crosschannel
C
multichannel
D
omnichannel

Slide 3 - Quiz

Wat is een kenmerk van een varietystore?
A
Bestaat uit meerdere vestigingen, maar heeft een eigen distributiecentrum.
B
Heeft meerdere afdelingen met producten uit verschillende branches.
C
Heeft een groot aanbod aan kleine producten, die vaak tegen eenzelfde prijs worden aangeboden.
D
Verkoopt verse streekproducten en verplaatst zich naar een andere plaats om te verkopen.

Slide 4 - Quiz

Van welk soort verpakking is dit een voorbeeld?
A
consumentenverpakking
B
transportverpakking
C
verzamelverpakking
D
tertiaire verpakking

Slide 5 - Quiz

Lees de volgende omschrijving uit een vacature, waarop Ramon solliciteert:

‘Je krijgt de verantwoordelijkheid over twaalf winkels. Aan de hand van kritische prestatie-indicatoren stuur je jouw winkels aan en ben je verantwoordelijk voor de omzet en groei. Je weet jouw team te motiveren en elke dag het beste uit je winkels te halen. Je bent ook bezig met het werven en aannemen van nieuwe medewerkers in samenwerking met de recruitmentafdeling.’

Op welke functie solliciteert Ramon?
A
Rayonmanager
B
Filiaalmanager
C
Ondernemer
D
Retailspecialist

Slide 6 - Quiz

Een winkel heeft de volgende doelstelling geformuleerd:
‘In 2025 willen we onze CO2-voetprint met 40% verkleind hebben.’

Van wat voor soort doelstelling is dit een voorbeeld?
A
Operationele doelstelling
B
Tactische doelstelling
C
Strategische doelstelling

Slide 7 - Quiz

Van welke categorie instore
marketing is de
‘probeer-mij-display’
een voorbeeld?
A
Informatie
B
Inspiratie
C
Navigatie
D
Activatie

Slide 8 - Quiz

Van welke soort online marketingactiviteit is dit een voorbeeld
A
SEA
B
SEO
C
conversieoptimalisatie
D
e-mailmarketing

Slide 9 - Quiz

Wat is het minst flexibele marketinginstrument?
A
prijs
B
plaats
C
product
D
promotie

Slide 10 - Quiz

In welke winkelomgeving is de bereikbaarheid met de auto heel belangrijk en spelen ook transportmogelijkheden een belangrijke rol?
A
Buurtwinkelcentrum
B
Wijkwinkelcentrum
C
Stadswinkelcentrum
D
Winkelgebied buiten de stad

Slide 11 - Quiz

De product mix bestaat uit: assortiment, merk en verpakking.
Wat is het vierde onderdeel van de product mix?
A
Houdbaarheid en bederf
B
Transport en levering
C
Vorm en kleur
D
Service en garantie

Slide 12 - Quiz

In een soapserie op tv is altijd een bepaald merk chips te zien.
Van welke manier van beïnvloeden is hier sprake?
A
Manipuleren
B
Indoctrineren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 13 - Quiz

Welke van de volgende vragen is de beste vraag om een consumentenbehoefte in kaart te brengen?
A
Welke type wijn heeft uw voorkeur: rode of witte wijn?
B
Bent u een frequente drinker?
C
Op welke momenten drinkt u graag wijn?
D
Bent u een gelegenheids- of een gewoontedrinker?

Slide 14 - Quiz

Lars richt zich met zijn sportwebwinkel op Marokkaanse jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 25 jaar, die mee willen gaan met de laatste trends op sportgebied.

Op welke kenmerken is de markt ingedeeld in dit voorbeeld? Kies de juiste antwoorden.
A
Geografische kenmerken
B
Demografische kenmerken
C
Sociaaleconomische kenmerken
D
Culturele kenmerken

Slide 15 - Quiz

Een hobbywinkel richt zich op liefhebbers van treinen.

Welke marketingstrategie is hier gekozen?
A
Geconcentreerde-markstrategie
B
Gedifferentieerde-marktstrategie
C
Ongedifferentieerde-marktstrategie

Slide 16 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een sterkte in een SWOT-analyse?
A
De concurrentie is de laatste jaren afgenomen.
B
Er is een positief bedrijfsresultaat geboekt.
C
Er is een potentiële groeimarkt voor duurzame producten.
D
De economische recessie is voorbij.

Slide 17 - Quiz


Wat doe je bij benchmarking?
A
Je brengt de sterkten en zwakten van je bedrijf in kaart.
B
Je vergelijkt je prestaties met die van concurrenten.
C
Je onderzoekt de groeikansen en -mogelijkheden.
D
Je analyseert de trends in de macro-omgeving.

Slide 18 - Quiz