DBKT2A Einkaufen Grammatik TL-Kader

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom 2 BKT !

Liebe Schüler,

Leerdoel:

- Je kent de voorzetsels van de 4e naamval N-D en D-N.

- Je begrijpt hoe je deze voorzetsels moet gebruiken.

- Je weet hoe het persoonlijk voornaamwoord van de 4e naamval er uit ziet.

 

Wat zijn voorzetsels? Geef een voorbeeld?

En nu gaan we verder met de voorzetsels

??   WELKE VOORZETSELS    KRIJGEN ALTIJD 

DE 

   4-DE NAAMVAL   ??

De voorzetsels met de 4e naamval

Voorzetsels behorend bij 4e naamval:

1. für = voor                    4. durch = door
   
2. um = om                      5. ohne = zonder
3. gegen = tegen 

 (FUG(E)DO )                                           

Voorbeeld:
1. Ich kaufe Brot für dich.

2. Wer spielt morgen gegen euch?

Voorzetsels:
in de kast, op de kast, naast de kast, etc.

Stappenplan

Stap 1: Staat er een voorzetsel in de zin?

Ja???  für, um, gegen, durch, ohne (bis=tot)  FUG(E)DO

                Dan gebruik je:   -----> 4e naamval

Stap 2: Welk persoonlijk voornaamwoord staat er in de zin (IDEWIS)? Denk om er/sie/es en sie(meervoud)

Stap 3: Vul het goede persoonlijk voornaamwoord in!

Schrijf de voorzetsels
van de 4e naamval hier nog
eens allemáál op in dit woordweb

Vertaal de volgende woorden die tussen haakjes staan in het Duits

Ich gehe (om)______ halb 8
zur Bäckerei.

1. durch
2. um

Ich kaufe diese Brötchen
(voor)______ dich.

1. durch
2. für

(Tegen) ________ welches Team spielst du morgen?

1. Gegen
2. Um

Wir fahren (door)________ die Stadt zum Supermarkt.

1. durch
2. gegen

Kannst du (zonder)________ Eltern einkaufen gehen?

1. für
2. ohne

persoonlijk voornaamwoord 4e naamval van

U =

1. sie
2. Sie
3. euch
4. ihn

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat is 'voor hem' in het Duits?

1. für ihn
2. um dich
3. ohne Sie
4. für sie

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat is 'om jullie' in het Duits?

1. um dich
2. um euch
3. um ihr
4. ohne ihn

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'voor jullie' in het Duits?

1. für dich
2. um dich
3. ohne ihr
4. für euch

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'tegen u' in het Duits?

1. gegen sie
2. gegen Sie
3. gegen mich
4. gegen ihn

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'zonder hem' in het Duits?

1. ohne du
2. um dich
3. ohne dich
4. ohne ihn

Kun je persoonlijke voornaamwoorden in de
1e & 4e naamval toepassen?

1. 1 ik snap er helemaal niks van, ik ga maandagmiddag Hossen bij Bloom.
2. 2 ik vind het lastig, ik ga de lespowerpoint par. C nog terugkijken in classroom.
3. 3 ik denk wel dat ik het begrijp, ik bestudeer het boek nog en stel daarna evt nog vragen aan DAM.
4. 4 ik snap het helemaal.

Präpositionen mit Personalpronomen anwenden!

(voorzetsels met het persoonlijke voornaamwoord gebruiken)

Vul in: Vertaal de Nederlandse woorden om de Duitse zinnen 

compleet en correct te maken.

Ich habe wirklich nichts (tegen hen)________.

Ich gehe jetzt (zonder jullie)________ zum Supermarkt.

Hast du (voor ons)________ Reis und Kaffee mitgebracht?

(Voor hem) ________ habe ich Wurst in der Metzgerei gekauft.

Das Team von der Bäckerei spielt morgen (tegen mij)________.

Hat Tom diese Hühnersuppe
(voor u)________ gekauft?

(Door jou) ________ weiß ich jetzt, wo ich die herrlichen Brötchen kaufen kann.