This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
Welkom bij Economie!
Nodig: laptop, rekenmachine, lesboek én schrift
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
FF opfrissen
Slide 3 - Slide
Investeren, wat was dit ook al weer? Enne.....Afschrijving?
Slide 4 - Slide
Lesdoelen:
Na de les kan jij uitleggen:
-hoe bedrijven milieuschade kunnen beïnvloeden
-wat duurzaam produceren is
-wat subsidie is
-wat hergebruik economie is
Slide 5 - Slide
welke milieuschade kan een bedrijf veroorzaken?
Slide 6 - Open question
Hoe kan een bedrijf milieuschade beperken?
Slide 7 - Open question
Subsidie en duurzaam produceren
De overheid 'geeft' geld in ruil voor:
-schone energie (dus geen fossiele brandstoffen)
-recycling
Slide 8 - Slide
Hoeveel kilo gooien wij afval weg per persoon per jaar?
A
180 kilo
B
479 kilo
C
290 kilo
D
315 kilo
Slide 9 - Quiz
Zo veel?
Papier/karton: 55 kilo
GFT: 75 kilo
Plastic: 11 kilo
Slide 10 - Slide
Wat is hergebruik economie?
A
Het proces van het opnieuw gebruiken van materialen.
B
Een economisch systeem gebaseerd op eenmalig gebruik van materialen.
C
Een term voor het weggooien van gebruikte producten.
D
Een methode om nieuwe grondstoffen te verkrijgen.
Slide 11 - Quiz
Wat zijn de voordelen van hergebruik economie?
A
Hogere kosten, meer vervuiling.
B
Minder afval, besparing van natuurlijke hulpbronnen.
C
Toename van afvalproductie, verspilling van natuurlijke hulpbronnen.
D
Minder efficiëntie, minder werkgelegenheid.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
De vervuiler betaalt
Bedrijven én consumenten betalen een 'prijs' voor vervuiling en afval
Slide 14 - Slide
Ben jij bereid om korter te douchen? Zo ja, hoeveel minuten is jouw douchetijd?
Slide 15 - Mind map
Hoe betaalt een vervuiler bij warm waterverbruik?
A
de overheid betaalt dit voor de inwoners van Nederland
B
waterschapsbelasting en energieheffing
C
daar hoef je helemaal niet voor te betalen
D
per liter water en per m3 gas verbruik
Slide 16 - Quiz
Plastic tasjes maatregel
Slide 17 - Slide
De schoolkantine gaf vóór de maatregel 80 plastic tasjes per dag aan de leerlingen. Ná de maatregel nog maar 12 plastic tasjes per dag. Hoeveel procent is dat?