hv1 H8.0 Voorkennis Ophalen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H8.0 Rekenen met letters

Herhalen rekenen met letters: 

• Vermenigvuldigen
• Optellen 
• Aftrekken

Rekenen met letters

 6 + 6 + 6 =  3 ⋅ 6 = 18

  x + x + x = 3 ⋅ x = 3x

  

Herleiden betekent makkelijker schrijven

Optellen/aftrekken

Alleen gelijksoortige termen kun je optellen.

7a+8a=

a+7=

3x−2+4x−5=

Antwoord

15a

Antwoord

kan niet want je kunt een letter en een getal niet optellen

Antwoord

7x - 7

de x bij elkaar en de getallen bij elkaar

dan kun je niet meer verder

Vermenigvuldigen 

Vermenigvuldig alle getallen en zet de uitkomst voorop.

Zet de letters in alfabetische volgorde en haal de punten (keer tekens) er tussen weg

5a⋅4b=

−2a⋅−3b⋅2a=

Antwoord

De getallen vermenigvuldigen 5 x 4 = 20

en de letters a x b = ab

geeft 20ab

Antwoord

min keer min = plus

2 x 3 x 2 = 12

a x a x b = a²b

geef 12a²b

Herleiden bij optellen

 Samenvatting 

Herleiden bij vermenigvuldigen

Herleiden bij optellen

-4n ⋅ 5m = -20mn

5a ⋅ 6b = 30ab

5x ⋅ 7x = 35x² 

5km + 6km = 11km

5a + 6b = k.n. 

5x + 7x = 12x

We gaan aan de slag

pak pen en papier om

zelf tussenstappen op

te schrijven

- - is hetzelfde als:

(bijvoorbeeld in de som 7 - - 2 =  )

1. -
2. x
3. +
4. :

+- is hetzelfde als:

(bijvoorbeeld in de som 5 + - 3 = )

1. -
2. x
3. +
4. :

Wat is de rekenvolgorde?

Stap 1

Stap 2

Stap 3

      van

Stap 4

      van

haakjes

links naar rechts

links naar rechts

plus & min

keer & delen

kwadrateren

2+3•4=

1. 14
2. 20
3. 9
4. 11

 a + a = 

 a • a =

-a - a =

 a - a =

-a • a =

 a : a = 

-2a

0

2a

a²

1

-a²

Welke herleidingen (antwoorden) horen bij de opgave?

3a + 10a =

12ac + 6ac =

a + 6a =

3ab + 5bc =

13a

18ac

kan niet

7a

Welk antwoord hoort erbij?

3a + 6b + 8a + b =

5a + b + 2b + 7a + 2a =

2a + 8b + 7a + 8b =

11a + 7b

14a + 3b

9a + 16b

Welke antwoord hoort bij welke opgave?

2x - 8y + 6x + 5y =

5x - 8y - 7x + 12y =

-x + 3y + x - 2y =

8x -3y

-2x +4y

y

Herleid:

ac−2ac=

Herleid:

−ab+3ab+5ab=

Herleid:

−x+3y+x−2y=

-2a

5a

-10a

10a

a

2a

Herleid:

10a⋅−2b=

Herleid:

3a⋅4b⋅2c=

Herleid:

14d⋅0⋅−3e=

10

-2y

5x

4y

-2xy

2x

Wat vind je nog moeilijk?