2.4 Blessures

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling 2.3
  2. uitleg 2.4
  3. Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Slide

In je lichaam zitten ……. spieren
A
100
B
300
C
600
D
900

Slide 3 - Quiz

Spiervezels vormen samen een ..
A
pees
B
vezel
C
spierstelsel
D
spierbundel

Slide 4 - Quiz

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 5 - Quiz

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'.
Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier

Slide 6 - Quiz

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die een opgaande beweging mogelijk maken
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die een beweging tegenhouden

Slide 7 - Quiz

Een ander woord voor de biceps is.
A
Armstrekspier
B
Armbuigspier
C
Armspanspier
D
Armaanspanspier

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen 2.2 Botten bewegen
De leerlingen kunnen een aantal belangrijke oorzaken noemen voor blessures.
De leerlingen kennen de 3 groepen blessures
De leerlingen weten hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 9 - Slide


Een blessure =
Een beschadiging aan botten, spieren en/of  gewrichten. 
Blessures

Voorbeelden:


Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog


Slide 10 - Slide

Botbreuk
Recht zetten + gips en/of een operatie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd. 
Ontwrichting

Slide 13 - Slide

Verstuiking/ verzwikking 
 ( bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).

De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken  te ver uit. 

Goed koelen
Intapen
Verstuiking

Slide 14 - Slide

Voetbalknie: de noppen blijven in het veld staan en de knie draait. 

Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen
Knieblessure

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Spierpijn

In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierblessures

Slide 17 - Slide

Spierkramp en spierscheuring 

Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.
Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 
Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag
Spierblessures

Slide 18 - Slide

0

Slide 19 - Video

Door een botsing of val -> kneuzing ontstaan. 

Spiercellen + bloedvaatjes zijn beschadigd-> krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 
Kneuzing

Slide 20 - Slide

0

Slide 21 - Video

Voorkomen blessures
1. Kleding en beschermende middelen.
2. intapen.
3. warming-up
4. cooling-down

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

Zelfstandig aan de slag
Wat? Maken  opdrachten van paragraaf 2.4
Hoe? Zelfstandig. Fluister niveau
Vraag? Vraag het eerst fluisterend aan je buurman. Komen jullie er samen niet uit, vraag de docent.
Klaar? Ga hoofdstuk 2 leren. Wat vind jij de lastige onderdelen?

Slide 24 - Slide