VP Rekenen responsie

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

VP Rekenen

Onderwerpen

• Druppels/ druppelsnelheid
• Inlooptijd
• Pompstand
• Infuus / pomp leeg 
• Werkzame stof
• Totale hoeveelheid
• Percentage oplossing
• Verdunnen

Een zakje van 200 ml infuusvloeistof moet in 75 minuten inlopen.
(1 ml = 16 druppels)
Wat is de druppelsnelheid per minuut?

Een patiënt krijgt 1,5 liter sondevoeding per 10 uur.
(1 ml = 18 druppels)
Hoeveel druppels per minuut moet deze patiënt krijgen?

Dhr A heeft een infuus dat loopt 1 uur en 30 minuten lang inloopt met een snelheid van 2 milliliter per minuut.
(1 ml = 18 druppels)
Hoeveel druppels zijn ingelopen na 1,5 uur?

Wat vond je lastig?

Mevrouw T moet medicatie krijgen over het infuus. Het zakje van 0.75 liter moet binnen 6 uur inlopen. Op welke stand zet je de pomp?

Een patiënt krijgt sondevoeding via een voedingspomp. Afgesproken is de patiënt krijgt 1,5 liter. Dit moet in 12 uur tijd inlopen. Op hoeveel ml / uur stel je de pomp in?
(Afronden op hele ml)

De spuitenpomp van meneer G staat op stand 1,6 en in de spuit zit 48 ml.
Na hoeveel uur is de spuit leeg?

Mevrouw D krijgt antibiotica over het infuus. Een zakje van 200ml loopt 15ml per minuut.
Na hoeveel minuten is het infuus klaar?

Wat vond je lastig?

Kolom 3: 2 = 4
Kolom 2 x 4 = 3
Kolom 3 : 4 = 2

Wat is de opgeloste stof bij een oplossing van 8ml met 3% morfine?

Je gaat 150 ml zoutoplossing maken, het moet een 4%-oplossing zijn.
Hoeveel gram zout heb je nodig?

Wat is de totale volume bij een glucoseoplossing van 5% met een opgeloste stof van 15ml.

Je hebt 200 ml water met daarin opgelost 500 mg antibioticum.
Wat is het percentage van deze oplossing?

Je wil 135 ml van een 3%-oplossing maken. In de voorraad staat een 12%-oplossing.
Hoeveel ml gebruik je van de voorraad?
Met hoeveel ml water vul je dat aan?

Beginoplossing: Nodig : Voorraad x Benodigde volume

Wat vond je lastig?

Ik ben voldoende voorbereid op de toets verpleegkundig rekenen

JA

NEE