What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Present, Past, Future Tense - 1
Tenses
Werkwoordstijden
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Tenses
Werkwoordstijden
Slide 1 - Slide
Overzicht
1. Tegenwoordige tijd
a. Present Simple
b. Present Continuous
2. Verleden tijd
a. Past Simple
b. Present Perfect
3. Toekomende tijd
a. Future Simple
b. be going to
Slide 2 - Slide
1a. The Present Simple
Je gebruikt de present simple om te praten over:
- gewoontes
en
feiten
in de
tegenwoordige tijd
I play videogames.
- toekomstige feiten.
He turns 40 next week.
- Schema's
The train leaves at 8 p.m.
Je maakt de present simple als volgt:
I/you/we/they = hele werkwoord
he/she/it =
hele werkwoord
+
s
/
hele werkwoord
+
es
Ontkenningen:
I/you/we/they =
do not
+
hele
werkwoord
he/she/it =
does not
+
hele werkwoord
Vragen:
I/you/we/they =
do
+ onderwerp +
hele werkwoord?
he/she/it =
does
+ onderwerp +
hele werkwoord?
Slide 3 - Slide
1b. The Present Continuous
Je gebruikt de present continuous om te praten over:
-
dingen die
nu bezig zijn
I am studying at the moment.
-
toekomstige plannen die
al vastliggen
We are flying to Spain next week.
Je maakt de present continuous als volgt:
I =
am
+
hele werkwoord
+
ing
you/we/they =
are
+
hele werkwoord
+
ing
he/she/it =
is
+
hele werkwoord
+
ing
Ontkenningen:
I =
am not
+
hele werkwoord
+
ing
you/we/they =
are not
+
hele werkwoord
+
ing
he/she/it =
is not
+
hele werkwoord
+
ing
Vragen:
I =
am
+ I +
hele werkwoord
+
ing
you/we/they =
are
+ onderwerp +
hele werkwoord
+
ing?
he/she/it =
is
+ onderwerp +
hele werkwoord
+
ing?
Slide 4 - Slide
2a. The Past Simple
Je gebruikt de Past Simple om te praten over:
-
dingen die in het
verleden
zijn gebeurd en
helemaal afgelopen
zijn.
Vaak staat er een
tijdsindicatie
bij
I bought a dog yesterday.
We swam in the sea last week.
Je maakt de Past Simple als volgt:
regelmatige werkwoorden =
hele
werkwoord
+
ed
onregelmatige werkwoorden =
2e
vorm
Ontkenningen
:
did not
+
hele
werkwoord
Vragen
:
Did
+ onderwerp +
hele werkwoord?
Slide 5 - Slide
2b. The Present Perfect
Je gebruikt de Present Perfect om te praten over:
- zaken die in het verleden zijn begonnen en nu nog doorgaan
I have never been to Paris.
-
bij de signaalwoorden
for, yet, never, ever, just, already, since
wanneer die aangeven dat iets al eerder is begonnen
She hasn't done her homework yet.
Je maakt de Present Perfect als volgt:
I/you/we/they =
have
+
voltooid deelwoord
he/she/it =
has
+
voltooid deelwoord
voltooid deelwoord
=
3e vorm
of
hele werkwoord+ed
Ontkenningen:
I/you/we/they =
have
not
+
voltooid deelwoord
he/she/it =
has
not
+
voltooid deelwoord
Vragen
:
I/you/we/they =
have
+ onderwerp +
voltooid deelwoord?
he/she/it =
has
+ onderwerp +
voltooid deelwoord?
Slide 6 - Slide
3a. The Future Simple
Je gebruikt de Future Simple om:
- voorspellingen
zonder bewijs / op gevoel te maken.
I think we will win.
- beloftes te maken
I will help you.
- verzoeken te doen
Will you do this for me?
- om een voorstel te maken
Shall we do this?
Je maakt de future simple als volgt:
will
+
hele werkwoord
Ontkenningen
:
will
not
+
hele
werkwoord
Vragen
:
Will
+ onderwerp + hele
werkwoord?
In plaats van
will
gebruik je
shall
als er een
voorstel
wordt gemaakt door
I
of
we
.
Slide 7 - Slide
3b. Be going to
Je gebruikt be going to om:
- voorspellingen
te maken met
bewijs
Look at the clouds, it's going to rain.
-
te praten over iets dat je
van plan bent
maar nog niet afgesproken/geregeld hebt.
I am going to fly to Spain next year.
Je maakt be going to als volgt:
I = am + going to + hele werkwoord
you/we/they = are + going to + hele werkwoord
he/she/it = is + going to + hele werkwoord
Ontkenningen
:
I = am not + going to + hele werkwoord
you/we/they = are not + going to + hele werkwoord
he/she/it = is not + going to + hele werkwoord
Vragen
:
I = am + I + going to + hele werkwoord
you/we/they = are + onderwerp + going to + hele werkwoord?
he/she/it = is + onderwerp + going to + hele werkwoord?
Slide 8 - Slide
Uitzondering: het werkwoord 'to be'
To be in de Present Simple:
I =
am
you/we/they =
are
he/she/it =
is
ontkennend:
I =
am
not
you/we/they =
are
not
he/she/it =
is
not
vragend:
I =
am
+
I
?
you/we/they =
are
+ onderwerp ?
he/she/it =
is
+ onderwerp ?
To be in de Past Simple:
I/he/she/it =
was
you/we/they =
were
ontkennend:
I/he/she/it =
was
not
you/we/they =
were
not
vragend:
I/he/she/it =
was
+ onderwerp ?
you/we/they =
were
+ onderwerp ?
Slide 9 - Slide
Oefening 1
Typ de zin over met de juiste vorm van het werkwoord.
Klik op
controleren
om te zien of je het goed hebt en verbeter waar nodig.
Klik op
toon uitleg
wanneer er meer dan 1 antwoord mogelijk is en controleer of jouw antwoord klopt.
Slide 10 - Slide
We always (to buy) fish on Wednesdays.
Slide 11 - Open question
I (never - to go) to France.
Slide 12 - Open question
I (to go) to Spain next week. (je hebt al kaartjes gekocht)
Slide 13 - Open question
She (to work) at a bank last year.
Slide 14 - Open question
I think it (to snow) tomorrow.
Slide 15 - Open question
(you - to do) your homework yet?
Slide 16 - Open question
More lessons like this
V2 - Present, Past, Future Tense
March 2022
- Lesson with
18 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V3 - Present, Past, Future Tense
March 2022
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
January 2023
- Lesson with
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Week 7 O16 les 1 | Present simple hh en negations
February 2023
- Lesson with
17 slides
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
- Lesson with
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Introduction lesson 1VWO
September 2018
- Lesson with
13 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Chapter 4 - Lesson 5 - I Grammar
December 2023
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Going to + Present Simple vs Present Continuous recap
February 2023
- Lesson with
31 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2