les 59 (17-05)

Les 59
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 59

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • hh bez. vnw
     - un jeu
  • Pouvoir en Vouloir
  • jeu 'Fais des phrases'
  • Au travail!
  • Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na de les...
...kun je 'pouvoir' en 'vouloir' gebruiken in een zin.




Slide 3 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord
Pim Pam Pet bezittelijk voornaamwoord spelregels:
- Je probeert zoveel mogelijk woorden op te schrijven in de gedraaide 
  categorie. 
- Ik draai het eerste rad. Deze bepaalt het bez. vnw.
- Daarna draai ik het tweede rad. deze bepaalt de categorie van het 
  woord.
- Wie de meeste goede woorden heeft van die ronde, wint. 


Slide 4 - Slide

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 5 - Slide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 6 - Open question

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 7 - Slide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 8 - Open question

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 9 - Slide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 10 - Open question

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 11 - Slide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 12 - Open question

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 13 - Slide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 14 - Open question

Bezittelijk vnw
Categorie

Slide 15 - Slide

Geef al de antwoorden
hier door binnen:
timer
1:00000

Slide 16 - Open question

Pouvoir en Vouloir -Présent

Slide 17 - Slide

Dus, pouvoir en vouloir zijn onregelmatig. 

Dit zie je, omdat de stam niet overeenkomt met de verschillende vormen.
> pouvoir, stam = pouv MAAR 'je peux'
> vouloir, stam = voul MAAR 'je veux'

Slide 18 - Slide

Vouloir en Pouvoir -hulpwerkwoord
Daarnaast zijn deze werkwoorden HULPWERKWOORDEN.

Dat houdt in dat 'vouloir' of 'pouvoir' ALTIJD gevolgd wordt door een ander werkwoord:
> Je veux acheter un cadeau.              Ik wil een cadeau kopen.
> Je peux danser avec toi?                   Ksn ik met jou dansen?


Slide 19 - Slide

Wat valt je op als je naar de woordvolgorde kijkt in het NL en in het Frans?
Je veux acheter un cadeau. Ik wil een cadeau kopen.
Je peux danser avec toi? Kan ik met jou dansen?

Slide 20 - Open question

Au travail!
Maak de volgende oefeningen: 31a, c en d en 33 helemaal

33:
Gebruik te tabel. Kies 1 optie uit elke kolom. Maak hier een zin van door vouloir en pouvoir te gebruiken. 
voorbeeld: Tu veux faire les magasins cet après-midi? 
                     - Oui, je peux faire les magasins. Je veux un nouveau jean. 

Slide 21 - Slide

Devoirs
faire ex. 31a, c en d  + 33
Apprendre les verbes pouvoir et vouloir.
blz 124-125, H3, werkboek 2A

Slide 22 - Slide