What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
11 jan: les 18
Welkom havo 2B!
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
1 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom havo 2B!
Slide 1 - Slide
Op tafel:
- Laptop en log in op LessonUp
- huiswerk erbij
- Map
- Pen
Welkom havo 2B
timer
2:30
Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel of in je tas.
Slide 2 - Slide
Vandaag donderdag 11 januari:
Huiswerk nakijken
Aan de slag!
Slide 3 - Slide
Vrijdag 19 januari:
PTO 2:
Kern les 12, 13, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23
Les 20: koppelwerkwoorden, maar je moet ook kennen:
hulpwerkwoorden en zelfstandig werkwoorden.
Hiervoor gebruik je de LessonUp van 18 december.
Slide 4 - Slide
Huiswerk nakijken
Geef je huiswerk aan je buurman /-vrouw.
Pak een pen met een andere kleur / potlood.
Per tweetal krijg je een nakijkmodel.
Kijk het werk van je buur na.
timer
8:00
Slide 5 - Slide
Tekstverbanden (les 18)
Een tekstverband is een verband tussen alinea's, zinnen en woorden. Je herkent ze aan de signaalwoorden. (Let op!)
1. Opsommend tekstverband
2. Tegenstellend tekstverband
3. Toelichtend tekstverband (voorbeeld)
4. Chronologisch tekstverband
Slide 6 - Slide
Tegenstellend verband
Er worden tegenovergestelde zaken genoemd:
Signaalwoorden:
maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, enz.
Zij heeft een nieuwe iPad, maar Jaap heeft een ander tablet.
Slide 7 - Slide
Chronologisch verband
Een chronologisch verband geeft de tijdsvolgorde van gebeurtenissen aan.
Signaalwoorden:
Nu, straks, toen, morgen, daarna etc.
Voorbeeld:
Vroeger hield ik nooit van wandelen, nu ben ik er dol op.
Slide 8 - Slide
Geef het signaalwoord in:
Hij kocht een witte lelies, maar Richard kocht rode rozen.
Slide 9 - Open question
Wat voor verband is er in:
Hij kocht een witte lelies, maar Richard kocht rode rozen.
A
Tegenstellend verband
B
Chronologisch verband
Slide 10 - Quiz
Geef het signaalwoord in:
Eerst heb ik ontbeten, straks ga ik fietsen.
Slide 11 - Open question
Wat voor verband is er in:
Eerst heb ik ontbeten, straks ga ik fietsen.
A
Tegenstellend verband
B
Chronologisch verband
Slide 12 - Quiz
Opsommend verband
In een opsommend verband worden dingen achter elkaar opgenoemd.
Signaalwoorden
:
ten eerste, bovendien, niet alleen, verder, enz.
Eerst moet ik mijn huiswerk maken. Bovendien moet ik een uittreksel schrijven en ook nog mijn kamer opruimen."
Slide 13 - Slide
Geef het signaalwoord in:
Ik wil allemaal dingen doen: kamer opruimen, stofzuigen, afwassen. Bovendien moet ik ook nog langs de apotheek.
Slide 14 - Open question
Wat voor verband is er in:
Eerst heb ik ontbeten, straks ga ik fietsen.
A
Tegenstellend verband
B
Chronologisch verband
C
Opsommend
Slide 15 - Quiz
Geef het signaalwoord in:
Ten eerste gaan we uiteten, daarna gaan we naar de film
Slide 16 - Open question
Wat voor verband is er in:
Eerst heb ik ontbeten, straks ga ik fietsen.
A
Tegenstellend verband
B
Chronologisch verband
C
Opsommend
Slide 17 - Quiz
Toelichtend verband
In een toelichtend verband wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld.
Signaalwoorden
: bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou
Ik ben gek op taarten, zoals appel- of perentaart.
Slide 18 - Slide
Geef het signaalwoord in:
Ayman houdt van balsporten, zoals voetbal en handbal.
Slide 19 - Open question
Wat voor verband is er in:
Eerst heb ik ontbeten, straks ga ik fietsen.
A
Tegenstellend verband
B
Chronologisch verband
C
Opsommend
D
Toelichtend
Slide 20 - Quiz
Geef het signaalwoord in:
Wiskunde is mijn leukste vak, bovendien kun je dan grafieken leren lezen.
Slide 21 - Open question
Wat voor verband is er in:
Eerst heb ik ontbeten, straks ga ik fietsen.
A
Tegenstellend verband
B
Chronologisch verband
C
Opsommend
D
Toelichtend
Slide 22 - Quiz
Geef het signaalwoord in:
Een koolmees heeft een habitat van wel 2 hectare, denk aan 4 voetbalvelden
Slide 23 - Open question
Wat voor verband is er in:
Eerst heb ik ontbeten, straks ga ik fietsen.
A
Tegenstellend verband
B
Chronologisch verband
C
Opsommend
D
Toelichtend
Slide 24 - Quiz
Zelf aan de slag
Maak de oefentoets van les 18.
Wat niet af is in de les, wordt huiswerk.
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Signaalwoorden
February 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekstverbanden en signaalwoorden
February 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
K1 les 49 (tekstverbanden)
January 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
10012024 Signaalwoorden - tekstverbanden KEUW
April 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
Tekstverband en signaalwoorden Stanislas
June 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
V1 Tekstverbanden
January 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
GL2 Tekstverbanden en signaalwoorden
September 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2,3
GYM 2 - Woensdag 27-11
November 2019
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2