K1 les 49 (tekstverbanden)

Planning
Terugblik op de vorige les (meningen en argumenten)
Uitleg over tekstverbanden
Aan de slag!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Planning
Terugblik op de vorige les (meningen en argumenten)
Uitleg over tekstverbanden
Aan de slag!

Slide 1 - Slide

Stuur hier je foto van les 42 opdracht 8 t/m 11.

Slide 2 - Open question

Tekstverbanden
Alinea's in teksten hebben altijd iets met elkaar te maken: er is een verband tussen te vinden. 

Deze verbanden herken je aan signaalwoorden: die woordjes geven jou een 'signaaltje' met welk tekstverband je te maken hebt.

Slide 3 - Slide

Tekstverbanden
Tijdsverband: de volgorde waarin dingen gebeuren in de tekst.
signaalwoorden : 'voordat, eerst, nadat, toen, daarna, tot slot, vervolgens, terwijl, ondertussen'

Voorbeeld: 'Eerst stond ik op, toen kleedde ik me aan en daarna ging ik mijn tanden poetsen.'

Slide 4 - Slide

Tekstverbanden
Opsomming: Verschillende dingen die bij elkaar horen en achter elkaar worden genoemd. 
signaalwoorden : 'ten eerste, ten tweede, en, verder, bovendien, daarnaast, ook'

Voorbeeld: 'Ik hou van pasta en van pizza. Ook eet ik graag vis en bovendien vind ik quiche lekker.'

Slide 5 - Slide

Tekstverbanden
Tegenstelling: Er wordt iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde gezegd.
signaalwoorden : 'maar, toch, daarentegen, echter, hoewel, integendeel, aan de ene kant... aan de andere kant...'

Voorbeeld: 'Hoewel het erg koud is, moet ik helaas wel naar buiten. Maar gelukkig heb ik een warme jas.'

Slide 6 - Slide

Welk signaalwoord zit in de volgende zin: 'ik hou van appels, aardbeien en bananen'.

Slide 7 - Open question

Welk signaalwoord zit in de volgende zin: 'Vandaag moest ik een presentatie geven. Daarna was ik vrij'.

Slide 8 - Open question

Welk signaalwoord zit in de volgende zin: 'hoewel ik heel goed had geleerd, heb ik de toets niet gehaald'.

Slide 9 - Open question

Welk verband zit in de volgende zin: 'We hebben de wedstrijd verloren, maar we hebben ons best gedaan.'
A
Tijdverband
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 10 - Quiz

Welk verband zit in de volgende zin: 'Ze kocht groente en fruit. Daarnaast kocht ze ook vlees.'
A
Tijdverband
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 11 - Quiz

Aan het werk!
Maken: opdrachten les 49
Vraag? Doe me een berichtje via Teams!

Vergeet niet te lezen in je leesboek!

Slide 12 - Slide