italiaans

Zijn er al Italiaanse woorden die jullie kennen?
1 / 16
next
Slide 1: Open question
ItaliaansLager onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zijn er al Italiaanse woorden die jullie kennen?

Slide 1 - Open question

italiaanse woorden
hallo = ciao, salve
nee = no
ja = si
alsjeblieft = per favore
dank u = grazie
daag = arrivederci
ik ben = io sono
jij bent = tu sei 
meneer/mevrouw = singore/singora

Slide 2 - Slide

Wat betekent alsjeblieft?
A
grazie
B
per favore
C
seinere
D
sono

Slide 3 - Quiz

Wat betekent ik ben?
A
li sane
B
vir guito
C
oen kona
D
io sono

Slide 4 - Quiz

woorden : drank en eten
een coffee = un caffè
melk = latte
thee = té
croissant = cornetto
ijs = gelato
suiker = zucchero
een cappuccino = un cappuccino

Slide 5 - Slide

Wat betekent thee?
A
te
B
thé
C
tee
D

Slide 6 - Quiz

Wat betekent ijs?
A
goncho
B
jongeri
C
gelato
D
jorgenti

Slide 7 - Quiz

kleine Italiaanse woorden
fijn om je te ontmoeten = piacere
van (plek) = di
toch = vero
met = con
excuseer = scusa
fantastisch = fantastico 

Slide 8 - Slide

Wat betekent leuk om je te ontmoeten?
A
piacere
B
catcimo
C
gontemedo
D
messaggio

Slide 9 - Quiz

Wat betekent vero?
A
toch
B
met
C
van
D
hier

Slide 10 - Quiz

dialoog : kennismaking

Ciao singore/singora.
Salve singore/singora
io sono ...., e tu sei?
io sono .... .
Piacere ...... .
Arrivederci, ..... .
Arrivederci, ..... .

Slide 11 - Slide

Hoe denken jullie dat "Italië en België" worden gezegd?

Slide 12 - Open question

Italiaanse cijfers tot 10
1 = uno                                           2 = deu
3 = tre                                      4 = quattro
5 = cinque                                       6 = sei
7 = sette                                       8 = otto
9 = nove                                    10 = dieci


Slide 13 - Slide

Noem 4 cijfers in het Italiaans.

Slide 14 - Open question

Zoek een foto van een typisch Italiaans gerecht op.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video