eten en drinken
het voorgerecht = l'antipasto
1e gang = il primo (pasta gerecht)
als hoofgerecht = per secondo (vaak vlees of vis)
water = aqua (minerale non gassata)
(rode / witte) wijn= vino rosso / bianco
het nagerecht = il dolce
een koffie / thee= un cafè / un tè
nuttige woorden
goedenavond = buonasera
tot ziens = arrivederci
goed / lekker: bene / buonissimo
reserveren = prenotare
de kaart= il menù
ik neem niks = per me niente
te drinken = da bere
ober = un cameriere
de rekening = il conto
alstublieft (vragen) = per favor
(geven ) prego