This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
4.2 Platteland en stad
De terugkeer van de steden
Slide 1 - Slide
Vandaag
Korte inleiding Steden en Staten
Opdrachten
Opdrachten nakijken
Slide 2 - Slide
landbouwverbetering 3: Drieslagstelsel
Slide 3 - Slide
Nieuwe technieken
- Ontginnen
- Arabisch halsjuk
- Os / Paard
Slide 4 - Slide
Wat weet jij eigenlijk van de Middeleeuwse stad?
Slide 5 - Mind map
Wat te doen met hogere opbrengst?
1. Bevolkingsgroei
2. Handel neemt toe
3. Jaarmarkten
Slide 6 - Slide
Werken in een gilde
Ambachtslieden
Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker
Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
Slide 7 - Slide
Van leerling
tot meester
Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.
Hiervoor moet je eerst meester worden:
Je begon al erg jong als leerling;
Daarna werd je gezel;
En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.
Slide 8 - Slide
De Hanze
Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen.
Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.
De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
Slide 9 - Slide
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.
Slide 10 - Slide
Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen.
Slide 11 - Quiz
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Een marktkoopman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Een zilversmid is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Als je goed genoeg was, moest je de ???? afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.
Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling
Slide 18 - Quiz
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen