Lezen 2.1 De indeling van teksten - P1a

Lezen 2.1
De indeling van teksten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lezen 2.1
De indeling van teksten

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen? 

  • Theorie Lezen 2.1  - De indeling van teksten
  • Oefenen tekststructuur
  • Samenvatten, vragen
  • Zelfstandig aan de slag
  • Exit ticket

Slide 2 - Slide

Theorie

2.1 De indeling van teksten
Lesdoel: aan het einde van deze paragraaf herken en begrijp je de opbouw (structuur) van een tekst en kan je snel je weg vinden in een tekst.

Slide 3 - Slide

Theorie
In een goed opgebouwde tekst bestaat er een logisch verband tussen de tekstdelen en heeft elk deel zijn eigen functie. 

De titel bevat het onderwerp en/of trekt de aandacht. 

Sommige teksten hebben een lead (= vetgedrukte tekst onder de titel) die de tekst kort samenvat of extra aandacht trekt. 

Slide 4 - Slide

Voorbeeld 
titel
lead

Slide 5 - Slide

Theorie
In het begin van een tekst wordt het onderwerp geïntroduceerd.

Dit kan op verschillende manieren:

  • met de deur in huis vallen.
  • belangstelling wekken voor het onderwerp.
  • met een inleiding.

Slide 6 - Slide

Theorie
Na de introductie van het onderwerp worden in het middenstuk de verschillende kanten van het onderwerp behandeld. 
Bij langere teksten gaat dat vaak volgens een vaste structuur

voorbeelden regelmatig voorkomende tekststructuren (online te vinden):
  • vraag-antwoordstructuur
  • probleem-oplossingsstructuur
  • voor-en nadelenstructuur

Slide 7 - Slide

Theorie
Het slot van een tekst kan bijvoorbeeld bestaan uit:

  • de laatste beschrijving van een deel van het onderwerp.
  • een verwijzing naar het voorbeeld of de anekdote uit het begin van de tekst.
  • een samenvatting of conclusie.

Slide 8 - Slide

Oefenen
Geef aan wat 
voor tekststructuur 
je ziet.

Slide 9 - Slide


Wat is een tekststructuur?
A
Een opbouw van een tekst met tussenkopjes.
B
Een opbouw van tekst met titel, plaatjes en tussenkopjes.
C
Een vaste opbouw/indeling van inleiding, middenstuk en slot.
D
Een opbouw waarbij alle alinea's met elkaar te maken hebben

Slide 10 - Quiz

Welke tekststructuur ziet er als volgt uit:

Inleiding: vraag of stelling
Middenstuk: voor- en nadelen
Slot: afweging, conclusie

A
vraag-antwoordstructuur
B
voor- en nadelenstructuur
C
aspectenstructuur
D
argumentatiestructuur

Slide 11 - Quiz

Welke tekststructuur ziet er als volgt uit:

Inleiding: noemen van een bepaald verschijnsel
Middenstuk: kenmerken, voorbeelden, oorzaken en gevolgen
Slot: samenvatting
A
verklaringstructuur
B
argumentatiestructuur
C
aspectenstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur

Slide 12 - Quiz


In de inleiding van een tekst met de argumentatiestructuur geef je een:
A
vraag of stelling
B
probleem
C
aankondiging onderwerp
D
standpunt

Slide 13 - Quiz


In het middenstuk van een tekst met de verleden-heden-toekomststructuur geef je:
A
kenmerken, voorbeelden, oorzaken en gevolgen
B
diverse aspecten van het onderwerp
C
situatie vroeger, situatie nu, situatie in de toekomst
D
gevolgen, oorzaken, oplossingen

Slide 14 - Quiz


In het slot van een tekst met de probleem-oplossingsstructuur geef je:
A
een overzicht van oplossingen
B
voor- en nadelen van verschillende oplossingen
C
de beste oplossing

Slide 15 - Quiz

Samenvatting van de les / vragen?
  • logisch verband
  • titel
  • lead
  • verschillende manieren om het onderwerp te introduceren
  • in het middenstuk komen de verschillende kanten van het onderwerp aan bod
  • vaste structuur
  • slot van een tekst

Slide 16 - Slide

Zelfstandig aan de slag

Maken: Lezen 2.1 - De indeling van teksten
Opdracht: 1, 2 en examenopdracht

Slide 17 - Slide

Exit ticket

Slide 18 - Slide