Wederkerend voornaamwoord
In tegenstelling tot een persoonlijk voornaamwoord verwijst een wederkerend voornaamwoord juist WEL naar iets wat in de eigen hoofd- of bijzin staat.
Het hoort bij een wederkerend werkwoord: het infinitief (hele werkwoord) heeft zich nodig. zich vergissen, zich gedragen.
Het moet grammaticaal passen bij het onderwerp (ev/mv)
Matthijs scheert hem. Matthijs scheert zich.
Matthijs wil dat Piet hem scheert. Matthijs wil dat Piet zich scheert.
Ik verveel me. Hij wast zich. Wij gedragen ons.