5.2 Stad en burgerij

5.2 Stad en burgerij
5.2 
Stad en burgerij
1 / 19
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.2 Stad en burgerij
5.2 
Stad en burgerij

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen :

  • Je leert wat het Hollands Classicisme inhoudt.
  • Je leert hoe Amsterdam in de 17de eeuw zijn macht toont.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

In de 17de eeuw hebben rijke burgers en bestuurders veel invloed op de kunsten.

  • De bestuurders van Amsterdam geven de opdracht een nieuw stadhuis te bouwen. 
  • Gebouw moet macht van het stadsbestuur laten zien. Daarom kiezen ze voor het kopiëren van klassieke bouwstijlen.

Waarom?????

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Het stadhuis oftewel het Paleis op de Dam.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het nieuwe Stadhuis op de Dam in Amsterdam is een voorbeeld van 
Hollands Classicisme: een kunststijl die teruggrijpt op de klassieke oudheid en de Italiaanse renaissance.

Kenmerken:
  • Gebouwen symmetrisch ontworpen. Weerspiegelt een gevoel van orde en harmonie.
  • Klassieke maatvoering, gebaseerd op de verhoudingen van het menselijk lichaam (gulden snede).
  • Gebruik van klassieke bouwelementen, zoals timpaan en halfzuil (pilaster).
  • Horizontale accenten: Horizontale lijnen werden benadrukt in de gevels.
  • Veel gebruik van baksteen en natuursteen.
  • Veel versieringen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Timpaan
Kroonlijst
Architraaf
      Zuil
       Kapiteel
     Fries




 Kroonlijst: detail

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het timpaan aan de voorzijde van het stadhuis, of het Paleis op de Dam, toont de Amsterdamse 'stedenmaagd'. Dit is een jonge vrouw als verpersoonlijking van de stad. 
Ze draagt een keizerskroon en olijftak als symbool voor vrede. De stedenmaagd wordt omringd door mythologische Romeinse figuren. Links van haar staat Neptunus.
Als een mens een begrip uitbeeldt dan noem je dat een allegorie of een personificatie.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Deze mevrouw is bijvoorbeeld een allegorie voor de vrijheid.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Deze meneer/engel is een allegorie voor de strijd.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

In het hart van het stadhuis ligt de vrij toegankelijke Burgerzaal. Op de grond liggen drie in marmer en brons uitgevoerde kaarten. Twee kaarten tonen het oostenlijk en het westenlijk halfrond. Een derde kaart laat de noordelijke sterrenhemel zien. Aan de uiteinden van de zaal bevinden zich beeldhouwwerken die de welvaart en roem van de republiek benadrukken. De Amsterdammers beschouwen hun stad als het midden van het universum.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hier zie je de Amsterdamse Stedenmaagd nog een keer. Dit keer in de burgerzaal. De wereld in de cirkels onder haar ligt letterlijk aan haar voeten. Twee vrouwenfiguren die wijsheid en kracht symboliseren, omringen haar. Achter de vrouwenfiguren vliegen Putti. Naakte, mollige kindfiguurtjes die goed bestuur, handel en welvaart uitbeelden.
Dit zijn dus allemaal allegorieën! 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Afbeelding 4
Afbeelding 5
Verwerkingsvraag

Slide 14 - Slide

De antwoorden moeten de volgende strekking hebben: Scores 1 • afbeelding 4: De wereldkaart op de vloer kan in verband worden gebracht met de dominantie van Amsterdam als handelscentrum / met de Westerse expansiedrift en/of koopmansgeest van de Republiek / met Amsterdam als centrum van overzeese handel en/of als kosmopolitisch centrum / met de grote kennis van cartografie die Amsterdam in de zeventiende eeuw had (je staat letterlijk bovenop de wereld) 1 • afbeelding 5: De (mythologische) figuur (Atlas) (die het heelal / de wereld in de vorm van een wereldbol op zijn rug draagt) kan in verband worden gebracht met de stad Amsterdam als krachtig / machtig centrum van de wereld / van het universum / als drager van beschaving / wetenschappelijke kennis / als middelpunt van de wereld en/of met de zware last die staatsmannen / het stadsbestuur droegen/droeg / met de oude klassieken en de Griekse beschaving (waarop deze figuur is geïnspireerd) waarmee de Republiek zich wilde verbinden 6  

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Vrouwenfiguren (die Schuld en Spijt voorstellen) en reliëfs van de hand van Artus Quellinus in de Vierschaar.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

<< Afbeelding 7
<< Afbeelding 8
Verwerkingsvraag

Slide 18 - Slide

• afbeelding 7 (een van de volgende):
  De schedel verwijst naar de dood / naar het (doods)vonnis dat de veroordeelde kon krijgen (en benadrukt zo de functie van de ruimte). 
 De (twee) baby’s / kinderen wrijven in hun ogen alsof zij huilen / een baby / kind bidt naar aanleiding van het (doods)vonnis dat de veroordeelde kreeg / de vreselijke/pijnlijke/verdrietige zaken die hier besproken werden / de onschuld die verloren is gegaan (en benadrukken zo de functie van de ruimte). 
• afbeelding 8: Het beeld van de geblinddoekte vrouw met zwaard (Vrouwe Justitia) staat symbool voor / is de personificatie van het recht en/of zij is geblinddoekt en daarom onpartijdig, net zoals de rechter onpartijdig hoorde te zijn (en benadrukt zo de functie van de ruimte) 
• marmer (een van de volgende): 
 Marmer was (het meest) kostbaar (was het duurste materiaal en werd daardoor gebruikt voor belangrijke ruimten) en dat past bij de hoge status / het grote belang van rechtspraak / de definitieve aard van het (doods)vonnis. 
 Marmer is een hard/onbuigzaam materiaal en dat past bij de harde / definitieve uitspraak van het (doods)vonnis. 
 Marmer/steen is slijtvast / duurzaam en dat past bij het definitieve karakter van het (doods)vonnis. 
 Marmer/steen is slijtvast / duurzaam en dat past bij de (deels) open verbinding met de buitenlucht / met de (soms zware) klimatologische omstandigheden buiten.  
Maken werkboek
vraag 23 en 24

Slide 19 - Slide

This item has no instructions