Klaar voor de toets tweedaagse?

Klaar voor de toets tweedaagse?
In deze quiz komen vragen vanuit alle vakken met onderwerpen die je moet weten voor de toets tweedaagse.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
LOBMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Klaar voor de toets tweedaagse?
In deze quiz komen vragen vanuit alle vakken met onderwerpen die je moet weten voor de toets tweedaagse.

Slide 1 - Slide

Wat moet je doen voor Engels?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

What does the girl do? (1.52-2.23)
A
perform on stages
B
busking in the street
C
writing own songs
D
talking in American accent

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Where is her dad when she is busking? (2.23-3.05)
A
He plays the guitar
B
He is at home
C
He is shopping
D
He is in the audience

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Which accent is she trying to put on? (3.05-4.30)
A
Irish
B
American
C
English
D
Spanish

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

What sport do the Chicago Cubs play in Wrigley Field? (paragraph 2)
A
baseball
B
basketball
C
rugby
D
football

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Why was Keith impressed by the Chicago Water Tower? (paragraph 3)

A
It is the only remaining monument of the World's Fair
B
It supplies water to the entire population
C
It is one of few landmarks that survived a historical fire
D
It is the tallest building in the city

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

How did Keith arrive to the rooftop of the Willis Tower? (paragraph 4)

A
He took an outdoor elevator
B
He walked up the indoor stairs
C
He used an indoor elevator
D
He climbed the building's exterior

Slide 14 - Quiz

Welke begrippen moet je kennen voor MN?

Slide 15 - Mind map

Wat is de juiste volgorde?
A
Hersenen, ruggenmerg, zenuw, spier
B
Prikkel, zintuig, zenuw, ruggenmerg, zenuw, spier
C
zenuw, spier, ruggenmerg, hersenen
D
hersenen, zenuw, ruggenmerg, spier

Slide 16 - Quiz

Wat zit er niet in een oog?
A
pupil
B
netvlies
C
slakkenhuis
D
glasachtiglichaam

Slide 17 - Quiz

Wat is een zintuig?
A
informatie uit de omgeving
B
orgaan dat informatie naar de hersenen stuurt
C
ruggenmerg
D
orgaan dat prikkels omzet in signalen

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Welk begrip hoort bij 1, 2, 3 en 4.
(typ alles in één antwoord)

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Wat moet je weten voor MM?

Slide 22 - Mind map

Wat doen politici niet?
A
wetten maken
B
wetten bedenken
C
journalisten controleren

Slide 23 - Quiz

Welke staatsvorm heeft Nederland?

A
democratie
B
eenpartijstaat
C
dictatuur
D
absolute koning

Slide 24 - Quiz

Wat is een revolutie? 
A
Een snelle omkeerbare verandering.
B
Een snelle onomkeerbare verandering. 
C
Een langzame omkeerbare verandering. 
D
Een langzame onomkeerbare verandering. 

Slide 25 - Quiz

Wat is geen waarde van de Franse Revolutie?
A
vrijheid
B
gelijkheid
C
respect
D
broederschap

Slide 26 - Quiz

Wie werd de baas in Nederland tijdens de Franse tijd. 
A
Koning Willen I
B
Napoleon Bonaparte
C
Lodewijk Napoleon
D
Lodewijk XIV (14e)

Slide 27 - Quiz

Wat moet je kunnen voor Wiskunde?

Slide 28 - Mind map

Reken de som op de volgende slide uit op het bord. Leg aan de klas uit wat je moet doen.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Los de sommen op de volgende slide uit op het bord. Leg aan de klas uit wat je moet doen.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Reken de som op de volgende slide uit op het bord. Leg uit aan de klas wat je moet doen.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wat is de juiste rekenvolgorde?
(vermenigvuldigen, worteltrekken, aftrekken, delen, haakjes, optellen, kwadrateren)

Slide 35 - Open question

Slide 36 - Slide