A1A Woordsoorten H3 pers. en bez. vnw

timer
10:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Huiswerk nakijken
H1, gr.ws opdr. 1
H2, gr. ws opdr. 1 t/m 3
timer
6:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen:
  • Herhaling: lw, zn en bn

Ik kan / weet:

  • persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 3 - Slide

Wat weet je van ...?
  • lidwoord ~ bepaald en onbepaald
  • zelfstandig naamwoord
  • bijvoeglijk naamwoord

Schrijf zelf van elk onderdeel minstens 2 dingen op.
Deel dan jouw antwoorden met je buurvrouw / -man.
timer
1:30

Slide 4 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
Schrijf op wat jij weet of denkt dat een persoonlijk voornaamwoord is.
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw)
  • duidt een persoon of ding aan.
  • kan je vervangen door hij/zij of hem/haar

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Schrijf op wat jij denkt of weet wat een bezittelijk voornaamwoord is.
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)
  • geeft aan van wie iets is. 
  • staat altijd voor het zelfstandig naamwoord (zn)
  • kan je vervangen door zijn

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Oefenen
We maken opdracht 1 van hoofdstuk 3 grammatica woordsoorten.

Zodra je hiermee klaar bent, ga je verder met opdracht 2 en 4. (huiswerk)
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Het is jouw boek.

Jouw =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 12 - Quiz

Mijn fiets is gestolen.

Mijn =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

Is 'mij' persoonlijk of bezittelijk:
Dat boek is van mij.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 14 - Quiz

Jullie toetsen zijn bijna nagekeken.

Is 'jullie' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord

Slide 15 - Quiz

Ik kan een persoonlijk voornaamwoord herkennen en gebruiken.
0 = nog helemaal niet / 10 = dit lukt ontzettend makkelijk
010

Slide 16 - Poll

Ik kan een bezittelijk voornaamwoord herkennen en gebruiken.
0 = nog helemaal niet / 10 = dit lukt ontzettend makkelijk
010

Slide 17 - Poll

Hoe heb je vandaag in de les gewerkt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Huiswerk
Ma 21-3-22:
lezen H4 woordsoorten theorie
H3 grammatica woordsoorten
maken opdracht 1, 2 en 4

do 24-3-22:
H4 grammatica woordsoorten 
maken opdracht 1 t/m 3





Slide 19 - Slide