9.4 De Verenigde Staten: welvaart en crisis

Verenigde Staten 
Welvaart en crisis 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verenigde Staten 
Welvaart en crisis 

Slide 1 - Slide

roaring twenties 
Engeland, Frankrijk en Duitsland kampten na de Eerste Wereldoorlog met financiële problemen. Amerika had in de jaren 20 echter een bloeiende economie. Er heerste een blind vertrouwen in de economie, dankzij de economische groei zou welvaart binnenkort voor iedereen bereikbaar zijn. De Amerikanen schaften talloze moderne consumptieartikelen aan. Denk aan stofzuigers, broodroosters en uiteraard auto's. 
Geen geld was geen probleem, dan kocht je op afbetaling of je leende geld.
Maar...

Slide 2 - Slide

24 okt. 1929 - Zwarte donderdag
De twijfel over de Amerikaanse economie nam toe en veel mensen probeerden hun aandelen te verkopen. Hierdoor daalde de aandelen, waardoor nog meer mensen hun aandelen probeerden te verkopen...
Dit was het begin van een wereldwijde economische crisis

Slide 3 - Slide

oorzaken economische crisis
  • overproductie in landbouw en industrie
  • dalende koersen aandelen
  • 'live now, pay later' - door een blind vertrouwen in de economie werd er veel geld geleend
  • nauwelijks toezicht op banken


Slide 4 - Slide

gevolgen economische crisis
the Great Depression:
  • hoge werkloosheid
  • grote armoede
  • wereldwijde crisis (alleen in kapitalistische landen!)

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

crisisbestrijding I
Ten tijde van de crisis was de republikein Hoover de president van de VS (1929-1933). Volgens de principes van het liberalisme zou de economie zich vanzelf herstellen.  Maar een groot aanbod van arbeiders en minder inkomsten voor de overheid betekende dus lagere lonen en bezuinigingen. Hierdoor daalde  de koopkracht en nam de werkloosheid nog verder toe.

Slide 7 - Slide

Resultaat: grote armoede 
enorme armoede

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Crisisbestrijding II
De Britse econoom Keynes kwam met een nieuwe oplossing.
Keynesiaanse theorie: in goede tijden zou de overheid de economie moeten afremmen (b.v. door verhoging van de belastingen) en in slechte tijden zou men met dat geld de economie juist moeten stimuleren (b.v. door werkverschaffing). Hierdoor zou de koopkracht stijgen en de economie weer uit het dal klimmen.

Slide 13 - Slide

Crisisbestrijding II
De Amerikaanse democratische president Roosevelt (1933‐1945) was een van de eerste regeringsleiders die (beïnvloed door Keynes) bewust ingreep in de economie. Zijn politiek kreeg de naam New Deal. Hij bestreed de werkloosheid met o.a.: 
    • verhoging overheidsuitgaven
    • werkverschaffingsprojecten
    • afspraken over minimumlonen
    • sociale wetgeving

    Slide 14 - Slide

    Noem twee oorzaken waardoor de crisis snel oversloeg naar Europa. Gebruik in je antwoord de termen 'wereldeconomie' en 'Dawesplan'

    Slide 15 - Open question

    Welke mening heeft de maker van de prent over de New Deal? Leg je antwoord uit met beeldelementen.

    Slide 16 - Open question

    Sleep de begrippen naar de juiste president!
    Hoover
    Roosevelt
    Banken redden met staatsleningen
    Bezuinigen
    Steun voor werklozen
    Klassiek Liberalisme
    Werkloosheidsprojecten
    Krottenwijken
    Hulp voor huizenbezitters

    Slide 17 - Drag question

    Gebruik de bron. Hoover en andere Amerikaanse conservatieven deelden de kritiek die in deze bron op de politiek van Roosevelt gegeven werd. Geef aan wat hun kritiek inhield.

    Slide 18 - Open question

    Slide 19 - Slide

    Leg uit dat de fotografe een subjectieve weergave geeft van de gebeurtenis die zij heeft gefotografeerd.

    Slide 20 - Open question

    Toon met een bronfragment aan dat Colijn de crisis wilde bestrijden met liberaal economisch beleid

    Slide 21 - Open question

    Het opkomen van het Keynesianisme markeerde het einde van de laissez-faire-economie. Probeer deze stelling uit te leggen! (eventueel internet!)

    Slide 22 - Open question

    0

    Slide 23 - Video