This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom!
Les: Nederlands
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Wat is Nederlands?
Uitleg
Creatief met taal
Poëzie & gedichten
Slide 2 - Slide
Digitaal lesgeven...
Ik kan jullie helaas niet spreken zoals ik dat normaal zou willen... maar door LessonUp kan ik vragen stellen en daar kan je op antwoorden middels je telefoon!
Op de volgende dia, zie je hoe dit werkt!
Slide 3 - Slide
Waar komen jullie vandaan?
Slide 4 - Mind map
het vak: Nederlands
Slide 5 - Mind map
Hoeveel uur per week krijg je Nederlands in de brugklas?
A
1 lesuur
B
2 lesuren
C
3 lesuren
D
4 lesuren
Slide 6 - Quiz
Synoniem
Een synoniem is een ander woord dat hetzelfde betekent.
Bijvoorbeeld:
explosie - ontploffing
levenslang - eeuwig
beroemd - bekend
boos - ......
Slide 7 - Slide
Antoniem
Een antoniem is een ander woord dat het tegenovergestelde betekent.
Bijvoorbeeld:
licht - donker
moeilijk - makkelijk
dag - nacht
Slide 8 - Slide
Woorden die synoniemen zijn
Woorden die antoniemen zijn
zwak-sterk
ziek-gezond
razend-woest
brein-hersenen
traag-langzaam
netjes-slordig
afwezig-absent
present-absent
Slide 9 - Drag question
Maar... is een antoniem wel altijd mogelijk?
Wat is bijvoorbeeld het tegenovergestelde van een lantaarnpaal? Of van een iPad? Door creatief met taal om te gaan, leren we ook de andere kant van taal kennen!
Uiteraard is er hier geen goed of fout, gebruik je creativiteit! Als je meerdere antoniemen kan bedenken, schrijf deze dan ook op.
Slide 10 - Slide
Antoniem van... stoeptegel
Slide 11 - Mind map
Antoniem van... boek
Slide 12 - Mind map
Creativiteit bij Nederlands
- Lezen
- Mindmap
- Verwerkingsopdrachten
- Gedichten, verhalen
- Samen lezen
Slide 13 - Slide
Waar gaat dit gedicht over?
Slide 14 - Mind map
Welk woord zou onder het rode vlakje kunnen staan?
Slide 15 - Mind map
Wie bedoelt de schrijver met 'die twee beneden'?
Slide 16 - Mind map
Luister goed naar het volgende liedje.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Wat was de bijnaam van Snelle op school?
A
Snelle
B
Schele
C
Lippie
D
Sloompie
Slide 19 - Quiz
Wat vind je van de muziek van Snelle? (je mag de woorden 'leuk', 'mooi' en 'stom' niet gebruiken)
Slide 20 - Open question
Waar gaat 'Reünie' over?
A
Over een jongen die gepest werd op school maar nu succes heeft.
B
Over een jongen die vroeger verliefd was op een meisje.
C
Over een jongen die met zijn vrienden naar de reünie gaat.
D
Over een jongen die gepest werd en niet naar de reünie gaat.
Slide 21 - Quiz
Welk woord is GOED geschreven?
A
reünie
B
reunie
C
rejunie
D
re-unie
Slide 22 - Quiz
Wat betekent reünie?
A
Een feest
B
Een schoolklas
C
Een groep vrienden die een feestje geeft
D
Een bijeenkomst van mensen die vroeger samen zijn geweest