KT1D, schrijven H2, vr 08/10

Welkom KT1D!
Boek, schrift en pen?
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond?
Wees stil, dan kunnen we beginnen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom KT1D!
Boek, schrift en pen?
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond?
Wees stil, dan kunnen we beginnen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- Uitleg synoniemen
- Samen werken
- Zelf aan de slag!
- Quizlet 

Slide 2 - Slide

Synoniem
Een synoniem is een ander woord dat hetzelfde betekent. 

Bijvoorbeeld:
explosie - ontploffing
levenslang - eeuwig
beroemd - bekend
boos - ...... 

Slide 3 - Slide

Antoniem
Een antoniem is een ander woord dat het tegenovergestelde betekent.

Bijvoorbeeld:
licht - donker
moeilijk - makkelijk
dag - nacht 

Slide 4 - Slide

Woorden die synoniemen zijn
Woorden die antoniemen zijn
zwak-sterk
ziek-gezond
razend-woest
brein-hersenen
traag-langzaam
netjes-slordig

afwezig-absent
present-absent

Slide 5 - Drag question

Samen maken 
Opdracht 1 en 2 (blz. 24 en 25)

Slide 6 - Slide

Zelf aan de slag!
Wat? Maak opdracht 2 t/m 5 (blz. 24- 26)
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt hier 15 minuten de tijd voor.
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag. 
Klaar? Ga dan lezen in je leesboek. 



timer
15:00

Slide 7 - Slide

Quizlet
1. Ga naar Quizlet.live 
2. Vul de code in
3. Log in met je EIGEN naam
4. Wacht totdat het spel begint. 
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Mindmap
1. Je gaat je mindmap verder uitbreiden.
2. Je gebruikt hiervoor de nieuwe informatie 
uit het boek. Welke personen? Welke plaatsen? Wat gebeurde er?
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Startopdracht 
(blz. 46)

Slide 11 - Slide

Uitleg 5W+1H-vragen
Als je een tekst of een verslag gaat maken is het handig om je informatie alvast op een rijtje te zetten. Dit doe je eigenlijk door antwoord te geven op 6 vragen:
  1. Wie?
  2. Wat?
  3. Waar?
  4. Wanneer?
  5. Waarom?
  6. Hoe?


Als je de informatie hebt verzameld, kan je een tekst schrijven. Eerst vertel je het belangrijkste. Later komen waarom en hoe naar voren. 

Slide 12 - Slide



  1. Wie?
  2. Wat?
  3. Waar?
  4. Wanneer?
  5. Waarom?
  6. Hoe?
  1. Alle eerste klassen van Huygens umbriëllaan + docenten.
  2. We gingen met z'n allen op brugklaskamp. (hier kan je natuurlijk heel veel vertellen!
  3. Het kamp was in Egmond-Binnen
  4. 15-17 september
  5. We gingen op brugklaskamp om elkaar beter te leren kennen
  6. We gingen op de fiets naar Egmond en met de bus naar Duinrell. 

Slide 13 - Slide

Opdracht 2 (blz. 47)
Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?
timer
7:00

Slide 14 - Slide

Zelf aan de slag!
Wat? Maak de opdracht 3 (blz. 47). Vraag 6 en 7 mag je overslaan
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw. Wordt het te luid? Dan gaat het stoplicht op rood en mag je niet praten. 
Tijd? Je hebt hier de rest van de les de tijd voor
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. 
Klaar? Steek je vinger omhoog, dan kom ik bij je



timer
20:00

Slide 15 - Slide

Schrijven
Bij schrijven krijg je een eindopdracht waarvoor je een cijfer krijgt dat 1x meetelt. 

De eindopdracht krijg je volgende week maandag, maar vandaag gaan we alvast oefenen met de opdracht. Je gaat de opdracht namelijk niet schrijven, maar... typen!

Slide 16 - Slide

Schrijven
Je maakt de opdracht in Teams. Als het goed is, hebben jullie allemaal een account voor teams waarbij je kan inloggen. 

In de opdracht staat precies wat moet je doen. Je kan in het document in Teams gelijk typen. Dit zorgt ervoor dat je geen gedoe hebt met inleveren en dat ik direct kan kijken wat je doet. 


Slide 17 - Slide

Schrijven... maar dan typen
  1. Pak allemaal een Chromebook
  2. Gebruik de Chromebook als gast
  3. Ga naar Teams.Microsoft.com
  4. Ga naar het team KT1D Ne (dit staat voor Nederlands)
  5. Klik op opdrachten
  6. Klik dan op Nederlands oefenopdracht KT1D
  7. Klik op de opdracht en zie de instructie
  8. Klik op het document: KT1 oefenopdracht schrijven en maak hierin de opdracht!

Slide 18 - Slide

Pauze

Slide 19 - Slide

Toets bespreken
- Tel je punten goed na!

- Ik vertel het antwoord en het aantal punten dat je kon halen. 

- Heb je een vraag over jouw antwoord?
Zet dan met potlood er een uitroepteken bij
Kom dan NA de bespreking bij me

Slide 20 - Slide

Raadgedicht
We gaan zo een gedicht lezen, in het gedicht ontbreekt een woord. 

Als we het juiste woord raden, kunnen we een poëziepakket winnen! :-)

Slide 21 - Slide

Mindmap
1. Je gaat je mindmap verder uitbreiden.
2. Je gebruikt hiervoor de nieuwe informatie 
uit het boek. Welke personen? Welke plaatsen? Wat gebeurde er? 
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Samen aan de slag!
opdracht 3 (blz. 51)

Slide 23 - Slide

Woordweb maken
We gaan zo een video kijken. De video gaat over 'The Blind Run'

1. Je krijgt een papiertje 
2. In het midden schrijf je; 'The Blind Run'
3. Om het woord heen schrijf je, tijdens het kijken van de video,  minimaal 7 woorden over The Blind Run op

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Samen maken!
Opdracht 3 (blz. 14-15) 

We maken de opdracht samen. Je schrijft mee zodat het goed in jouw schrift staat! 

We maken vraag 2 t/m 8


Slide 26 - Slide

Keuze A

Vind je Nederlands nog best moeilijk
Wat?: opdracht 5 (blz. 16 en 17)
Hoe?: zachtjes overleggen
Klaar? Laat je gemaakte werk aan mij zien. Ga daarna lezen in je leesboek




Keuze B

Vind je Nederlands best makkelijk?
Wat?: opdracht 4* & 5 (blz. 16 en 17)
Hoe?: probeer het eens alleen! Vraag daarna je buurman of buurvrouw.
Klaar?: Laat je gemaakte werk aan mij zien. Ga daarna lezen in je leesboek. 

timer
10:00

Slide 27 - Slide

Hoe ging het?

Wat vond je lastig, wat vond je makkelijk?


Slide 28 - Slide