This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom
Zoek je plekje
Pak je boek, schrift, Ipad
Zet je tas op de grond
We gaan zo beginnen
timer
3:00
Slide 1 - Slide
H1.2 Plantenrijk deel 2
Slide 2 - Slide
Welkom
terugblik vorige les
huiswerk vorige les
Uitleg 1.2 Plantenrijk: Stevigheid
Uitleg 1.3 Dierenrijk: cel opbouw
huiswerk volgende les
Slide 3 - Slide
terugblik vorige les
Vragen over:
leren H1.2 : blz 18 - 19
maken opdr 2, 3, 6, 8. 9, 10
Slide 4 - Slide
lesdoel
weten hoe een plant stevig blijft
weten hoe een dier is opgebouwd
weten hoe een dierlijke cel is opgebouwd
Slide 5 - Slide
Hoe krijgt een plant stevigheid ???
Slide 6 - Slide
Stevigheid
Kruidachtige planten: hebben water nodig voor stevigheid.
Houtachtige planten: hebben houtstof voor stevigheid; blijven doorgroeien.
Slide 7 - Slide
Stevigheid bij planten
Planten kunnen stevigheid krijgen door water. Zolang de wortels water kunnen opnemen blijft de plant stevig. Wanneer er onvoldoende water is, gaat de plant slap hangen.
Planten die hun stevigheid krijgen door water noemen we kruidachtige planten.
Slide 8 - Slide
Stevigheid Planten
Kruidachtigen:
zuigen vacuole vol met water,
vacuole druk tegen de celwand, geeft stevigheid (fietsband)
Slide 9 - Slide
Houtachtige planten
De stam en takken bestaan uit dikke celwanden: houtcellen
Geen water nodig voor stevigheid!
Slide 10 - Slide
Kruidachtige planten
Houtachtige planten
Houtachtige planten
- Veel houtcellen - Krijgen stevigheid
door houtcellen - Lege vacuole = nog
steeds een stevige plant
- Jaarringen
Slide 11 - Slide
Indeling Plantenrijk
Plantenrijk:
Wieren/mossen
sporenplanten
naaktzadigen
bedektzadigen
Slide 12 - Slide
Variatie Plantenrijk
Kleinste plant:
Alg (ééncellig): zichtbaar onder microscoop
Grootste plant:
Sequoia: 80 meter hoog, omtrek 30 meter (2000 jaar oud)
Slide 13 - Slide
Opbouw dier
organisme
orgaanstelsel
orgaan
weefsel
cel
Slide 14 - Slide
Opbouw dierlijke cel
celmembraan
cytoplasma
celkern
Slide 15 - Slide
Een kruidachtige plant blijft stevig door:
A
skelet
B
houtcellen
C
volle vacuole
D
spieren
Slide 16 - Quiz
Een houtachtige plant blijft stevig door:
A
skelet
B
houtcellen
C
volle vacuole
D
spieren
Slide 17 - Quiz
De juiste volgorde van klein naar groot is: cel - weefsel - organisme - orgaanstelsel - orgaan