Bio-3M-1.2 Plantenrijk (23-24)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

1.2 Planten

 Herhaling 1.1

Organismen indelen

Wat is een organisme?

1. Een organisme is een levend wezen
2. Een organisme is een dood wezen
3. Een organisme is een dode plant
4. Een organisme is een dood dier

Is ademhalen een levenskenmerk?

1. Ja
2. Nee

Wat is GEEN levenskenmerk?

1. Ademhalen
2. Rennen
3. Groeien
4. Voortplanten

Betekent ordenen ook wel indelen in groepen?

1. Ja
2. Nee

Een gewervelde met een slijmerige huid, ademt met longen en wordt geboren uit een eitje zonder schaal.

1. het is een reptiel
2. het is een vogel
3. het is een amfibie
4. het is een zoogdier

Een gewervelde wordt geboren uit een ei met kalkschaal.

1. het is een reptiel
2. het is een vogel
3. het is een amfibie
4. het is een zoogdier

Het opzoeken van de naam van een bloem heet:

1. determineren
2. zoekkaarten
3. beredeneren
4. verteren

Wat is 'determineren'

1. Het bepalen van de naam van een organisme
2. De conclusie opschrijven
3. Het bepalen van de naam van een organisme
4. Het plukken van planten

1.2 Planten

Leerdoelen

• je kunt de delen van een plant herkennen en benoemen
• je kunt de onderdelen van een plantencel benoemen
• je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel benoemen
• je kunt uigleggen hoe planten stevig blijven

1.2 Begrippenlijst

orgaan - weefsel 

celwand - celmembraan - cytoplasma - celkern - DNA

Bladgroenkorrels - fotosynthese - glucose

Vacuole - kruidachtige plant - houtachtige plant - houtcellen - houtstof

Onderdelen van de plant

1. Wortels: opname water + mineralen. Stevig in de grond.

2. Stengel: vervoeren water + opgeloste stoffen. Dragende constructie voor blad en bloem.

3. Bladeren: zonlicht opvangen (fotosynthese) + verdamping (sapstroom).

4. Bloemen: voortplanting.

Vruchten: zaden (baby plantjes).

Verschillen planten en dierlijke cel

Cel van een plant

Plantaardige cel

Uniek door bladgroenkorrels

Cytoplasma

Een stroperige vloeistof die bestaat uit water met allerlei opgeloste stoffen.

Iedere cel heeft cytoplasma

Celkern

De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.

In de celkern ligt DNA/ chromosomen.

(bacterie heeft geen celkern maar losse chromosomen)

Vacuole

Dit is een"blaasje" gevuld met vocht.

Samen met de celwand zorgt de vacuole voor stevigheid

Celwand

Zorg voor stevigheid van  de cel. 

De celwand vormt een stevige "kist"om de cel en bestaat uit cellulose/vezels

Dierlijke cel heeft geen celwand

Celmembraan

Dit is de "douane" van de cel. 

Het celmembraan beslist wat er in en en uit de cel mag.

Indeling in 4 rijken doe je door de cellen

 

1. Bacterie cel

2. Dierlijke cel

3. Plantencel

4. Schimmelcel

Hoe herken je ze?

Planten

Cel 3 is een plantaardige cel. 

Hij heeft als enige bladgroenkorrels.

Celbouw bij de rijken

	Planten	Dieren	Schimmels	Bacteriën
Celwand
Celmembraan
Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma

Onderdelen plantencel

• celwand: stevige laag om de cel heen van cellulose
• celmembraan: een vlies die stoffen de cel in en uit laat gaan.
• celkern: hierin zit het DNA en die regelt alles wat er in de cel gebeurt.
• bladgroenkorrels: hier vindt fotosynthese plaats.
• vacuole: is een blaasje gevuld met vocht en maakt de cel stevig.

Rechtop staan

Kruidachtige planten blijven rechtop door water in de vacuole van de cellen.

Houtachtige planten blijven rechtop door dikke celwanden van houtstof.

Houtvaten

Celwanden tussen houtcellen verdwijnen en er ontstaan buisjes (houtstof).

Tranporteren water met opgeloste mineralen vanuit de grond.

Kleinste en grootste plant

De kleinste plant is boomalg, een ééncellige plant.

De grootste boom is een Sequoia, deze kan 80 meter hoog worden ( +/- 8 huizen op elkaar)

VRAGEN?

Wisselmoment: vragen?

Weektaak

Maken 1.2: 

Vraag 1 tot en met 16

 

Lezen 1.3

Leren 1.2