Proefwerk Schritt 31-34

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Proefwerk Zugspitze Schritt 31-34

sneltoetsen Duitse letters

ä = SHIFT en “ tegelijk indrukken. Daarna loslaten en de a typen.

ö = SHIFT en “ tegelijk indrukken. Daarna loslaten en de o typen.

ü = SHIFT en “ tegelijk indrukken. Daarna loslaten en de u typen.

ß = rechter ALT-knop tegelijk met de letter s indrukken

*de ä/ö/ü krijg je op een Apple computer: door de: a/o/u in te drukken en tegelijk de 2 in het pop-up schermpje in te drukken

*de ß op een Apple: rechter "Option" + 's'

Lees de tekst. Kies het juiste antwoord of beantwoord de vragen in het Nederlands. Scroll bij het beantwoorden van de vragen terug naar de leestekst. Zoom eventueel in.

Welke titel past het beste bij de eerste alinea?

1. Mach Sport, aber nicht spät am Abend!
2. Schlafen kann man am besten vor dem Training!
3. Sport ist nicht gut, um schlafen zu können!

Waarom is het beter om voor het slapen niet te sporten?

Leg uit, waarom je je beeldscherm moet dimmen.

Welk woord past het beste in het gat (4) in de tekst?

1. Aber
2. Also
3. Zum Beispiel

Wat moet je doen als je door allerlei zorgen slecht slaapt?

1. Iemand verzoeken om mee te denken over een oplossing.
2. Oplossingen voor je problemen zoeken.
3. Zorgen en oplossingen op een blaadje noteren.

Wat moet je vooral niet doen als je niet kunt slapen?

1. Je moet je niet druk maken dat je weinig slaapt.
2. Je moet niet opstaan om iets anders te gaan doen.
3. Je moet vooral geen spannend boek gaan lezen.

Welke beweringen komen overeen met alinea 5 ?
Beantwoord met: wel/niet. Schrijf de antwoorden zo op: antwoord/antwoord/antwoord/antwoord

1. Ga al naar bed, voordat je moe wordt.  
2. Zet je wekker elke dag op dezelfde tijd.  
3. Je mag doorslapen als je erg moe bent.  
4. Als je na twee weken nog moe bent, zoek dan hulp.  

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

Behalve
______________ uns hat niemand den kranken Mann besucht.

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

de toestemming
Ohne ________ von meinen Eltern kann ich nicht mitkommen.

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

collega’s
Bei der Arbeit hat meine Mutter zwei nette _________________.

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

kruispunt
An der _____________________ fahren Sie nach links.

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

parkeren
Wo können wir hier unser Auto __________________?

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

betekenen
Was kann dieses Wort _____________________?

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

bereiken
Ich konnte dich gestern nicht _______________________.

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

rijbewijs
Ich habe noch keinen _______________________.

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

het verkeersbord
Kennst du __________________________, das dort steht?

Vertaal het Nederlandse woord naar het Duits.

De prijzen
________________________ für Benzin werden immer höher.

Vertaal het woord tussen de haakjes naar het Nederlands.

Haben Sie einen [Zettel] für mich?

Vertaal het woord tussen de haakjes naar het Nederlands.

Wie viele [Spielfiguren] brauchen wir bei Monopoly?

Vertaal het woord tussen de haakjes naar het Nederlands.

Unsere [Mannschaft] hat das letzte Spiel verloren.

Vertaal het woord tussen de haakjes naar het Nederlands.

Dieser Junge ist [erst] 11 Jahre alt.

Vertaal het woord tussen de haakjes naar het Nederlands.

Durch unsere Stadt fahren zu viele [Lkws].

Vertaal het woord tussen de haakjes naar het Nederlands.

Wie gut sind [die öffentlichen Verkehrsmittel] in Italien?

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de verleden tijd in.

spielen
Wie lange __________________ ihr gegen das andere Team?

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de verleden tijd in.

wohnen
Wir _______________ vor zwei Jahren noch in der Schweiz.

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de verleden tijd in.

lernen
Ich ______________ früher sehr gut in der Schule.

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in de verleden tijd in.

kaufen
Er ______________ ein paar tolle Geschenke.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in of schrijf het voltooid deelwoord op.

atmen
Der Sportler hat sehr schnell ___________________.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in of schrijf het voltooid deelwoord op.

spielen
Morgen ___________________ du wieder bei uns mit.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in of schrijf het voltooid deelwoord op.

öffnen
Er __________________ den Kühlschrank.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in of schrijf het voltooid deelwoord op.

hören
Ich habe viele englische Songs _________________.

Einde van het Proefwerk

Einde van het Proefwerk