VWO 4 - 27 mai

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bonjour ! 

- Ga zitten 

- pak je boek

- Tas onder de tafel 

Fijne les! 

Aujourd'hui 

- Herhalingsoefening 

- Lire B

- Zelfstandig werk 

- Check in duo's 

 Leerdoel : Jullie hebben de leesvaardigheid geoefend en de tekst begrepen.    

Que fait-il?
Is 'que' een onderwerp of lijdend voorwerp

1. Onderwerp
2. Lijdend voorwerp

Herhalingsoefening

Que + inversie = lijdend voorwerp

Que fait-il ? 

Qu'est-ce qui s'est passé?
'Qu'est-ce qui' --> Onderwerp of lijdend voorwerp?

1. Onderwerp
2. Lijdend voorwerp

Herhalingsoefening

Qu'est ce qui = wat als onderwerp 

Qui est-ce qu'il a rencontré ?

1. Onderwerp
2. Lijdend voorwerp

Herhalingsoefening

Qui + est-ce que = Wie als lijdend voorwerp

Qui est-ce qu' il a rencontré? 

(Wat) font-ils ce soir?

1. Que
2. Qui
3. Qu'est ce qui
4. Quel

(Wat) t'es arrivé aujourd'hui?

1. Que
2. Qui
3. Qu'est ce qui
4. Quel

(Wie) a fait le devoir?

1. Que
2. Qui
3. Qu'est ce qui
4. Quel

(Wat) est ton plat préféré?

1. Que
2. Qui
3. Quel
4. Quelle

Lire B 

Jullie moeten zelfstandig oefeningen 20 en 22 doen. Jullie hebben 15 minuten de tijd. Daarna gaan jullie jullie antwoorden met een medeleerlingen vergelijken. 

Bedoeling : Jullie oefenen de leesvaardigheid omdat de toets van de toetsweek een lees deel zal hebben. 

Lire B 

Oefening 20a : Lees de titel en de inleiding. Beantwoorden de vragen in het NL. 

20b : Lees de tekst. Koppel de afbeeldingen me de goede school. Legt waarom uit in het NL. 

20c : Kies het goede antwoord. 

Lire B 

22a : Vul de tekst in met de goede woorden. 

22b : Gebruik 4 woorden van 22a om nieuwe zinnen te maken. 

Check in duo's 

1) Vergelijk de antwoorden van de opdracht(en) met je buurman of buurvrouw

2) Wanneer jullie antwoorden verschillen moeten jullie het eens worden over het antwoord

3) Bij de terugkoppeling van de docent kunnen jullie vragen stellen over hetgeen waar jullie niet uit zijn gekomen. 

4) De opdracht worden daarna niet meer klassikaal besproken.

20a 

1 - 

20a 

1 - Schoolpleinen in Parijs 

2 -

20a 

1 - Schoolpleinen in Parijs 

2 - Wat zouden leerlingen moeten zonder een schoolplein?

 Hoe zien schoolpleinen in Parijs eruit? 

 Wat doen leerlingen tijdens de pauze?

20b 

1 - 

20b 

1 - Cour au Japon. Het is een dakterras met weinig ruimte. 

20b 

1 - Cour au Japon. Het is een dakterras met weinig ruimte. 

2 - Lycée Lamartine, Er zijn veel bomen en bankjes, je kunt in de zon zitten. 

20b 

1 - Cour au Japon. Dakterras omdat weinig ruimte. 

2 - Lycée Lamartine. Er zijn veel bomen en bankjes, je kunt in de zon zitten

3 - Collège Victor Hugo. Er zijn veel sport- en spelmogelijkheden op dit plein.

20c

1  

20c

1  - C 

2 - A 

22a 

1 - 

22a 

1 - parfois 

2 - remettre au travail 

22a 

1 - parfois 

2 - remettre au travail 

3 - donne envie 

22a 

1 - parfois 

2 - remettre au travail 

3 - donne envie 

4 - la cour 

22a 

1 - parfois 

2 - remettre au travail 

3 - donne envie 

4 - la cour 

5 - m'assoir 

22a 

1 - parfois 

2 - remettre au travail 

3 - donne envie 

4 - la cour 

5 - m'assoir 

6 - en effet 

22b 

1 - Il range parfois sa chambre

2 - La cour de mon école est petite 

3 - En effet, il est absent

4 - Je ne peux pas m'assoir. 

Huiswerk 

Grammatica A, B + Woordenschat A en B herhalen.