This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Huiswerk
2E: maandag 7 april
Online opdracht 1 t/m 8
Slide 1 - Slide
Paragraaf 5.2 - Gemiddelde snelheid
LessonUp
Ja, halverwege
Benodigdheden
- NOVA-boek B
- Schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Liniaal
Slide 2 - Slide
Beweging
Beweging is een verandering van plaats en tijd
Slide 3 - Slide
dfa
fdaf
Leerdoelen - Paragraaf 5.2
5.2.1 Je kunt rekenen met de formule voor (gemiddelde) snelheid.
5.2.2 Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen aan de hand van een gegeven plaats-tijddiagram of (x,t)-diagram.
5.2.3 Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h en omgekeerd.
5.2.4 Je kunt een snelheid-tijddiagram of (v,t)-diagram aflezen.
5.2.5 Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen als de snelheid regelmatig toeneemt.
Slide 4 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg over gemiddelde snelheid berekenen.
Omrekenen van m/s naar km/h
Uitleg over afstand berekenen
Of te wel rekenen, rekenen en nog meer rekenen!
Slide 5 - Slide
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afkorting
gemiddelde snelheid
vgem
kilometer per uur of meter per seconde
km/h of m/s
afstand
s
meter
m
tijd
t
uur of seconde
h of s
Grootheden die je moet leren
Slide 6 - Slide
De gemiddelde snelheid berekenen
Slide 7 - Slide
Stap 1: Gegevens
Stap 2: Gevraagd
Stap 3: Formule
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord
Berekening: gebruik deze stappen!
Slide 8 - Slide
Voorbeeldopgave 1
Daphne Schippers loopt de 100 m sprint in 10,8 seconden. Bereken haar gemiddelde snelheid.
Slide 9 - Slide
Voorbeeldopgave 1
Daphne Schippers loopt de 100 m sprint in 10,8 seconden. Bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegevens:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:
Slide 10 - Slide
Voorbeeldopgave 1
Daphne Schippers loopt de 100 m sprint in 10,8 seconden. Bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegevens: s = 100 m en t= 10,8 s
Gevraagd:
Formule:
Berekening:
Antwoord:
Slide 11 - Slide
Voorbeeldopgave 1
Daphne Schippers loopt de 100 m sprint in 10,8 seconden. Bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegevens: s= 100 m en t= 10,8 s
Gevraagd: vgem
Formule:
Berekening:
Antwoord:
Slide 12 - Slide
Voorbeeldopgave 1
Daphne Schippers loopt de 100 m sprint in 10,8 seconden. Bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegevens: s= 100 m en t= 10,8 s
Gevraagd: vgem
Formule: vgem = s : t
Berekening:
Antwoord:
Slide 13 - Slide
Voorbeeldopgave 1
Daphne Schippers loopt de 100 m sprint in 10,8 seconden. Bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegevens: s= 100 m en t= 10,8 s
Gevraagd: vgem
Formule: vgem = s : t
Berekening: v = 100 : 10,8
Antwoord:
Slide 14 - Slide
Voorbeeldopgave 1
Daphne Schippers loopt de 100 m sprint in 10,8 seconden. Bereken haar gemiddelde snelheid.
Gegevens: s= 100 m en t= 10,8 s
Gevraagd: vgem
Formule: vgem = s : t
Berekening: vgem= 100 : 10,8
Antwoord: vgem = 9,3 m/s
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Voorbeeldopgave 1
Daphne Schippers loopt de 100 m sprint in 10,8 seconden. Bereken haar gemiddelde snelheid.
Antwoord: gemiddelde snelheid = 9,3 m/s
9,3 m /s = ... km/h
9,3 x 3,6 = 33,48 km/h
Slide 18 - Slide
Figuur 2
Ben fietst iedere dag naar school. In figuur 2 zie je het (x,t)-diagram van één van zijn fietstochten. Bij punt A in de grafiek zag Ben dat het al laat was en ging hij sneller fietsen.
Bereken de gemiddelde snelheid van Ben vanaf punt A tot zijn aankomst op school.
Slide 19 - Slide
Figuur 2
Gegevens:
s = ?
t = ?
Slide 20 - Slide
Figuur 2
Gegevens:
s = ?
t = ?
s = 4,0 - 1,6 = 2,4 km = 2400 m
t = 14 - 7,5 = 6,5 min = 390 s
Slide 21 - Slide
Figuur 2
Gegevens: s= 2400 m en t = 390 s
Gevraagd: vgem
Formule: vgem = s : t
Berekening: vgem= 2400 : 390
Antwoord: vgem = 6,15 m/s
Slide 22 - Slide
De Varna Tempest is een speciaal ontworpen ligfiets met een zeer lage luchtweerstand. In 2009 deed de Canadees Sam Whittingham 5,4 s over een testtraject van 200 m lengte.
Bereken de gemiddelde snelheid van de Varna Tempest.
Slide 23 - Open question
Kim is altijd te laat op school. Ze woont op 12 km fietsen van school. Ze doet er 30 minuten over om op school te komen. Bereken haar gemiddelde snelheid in km/h. (let op 1 uur = 60 minuten)
Slide 24 - Open question
300 km/h = .... m/s
Slide 25 - Open question
30 m/s = ... km/h
Slide 26 - Open question
127 km/h = .... m/s
Slide 27 - Open question
Patrick rijdt op zijn brommer in 0,3 h van huis naar school. Zijn gemiddelde snelheid is 36 km/h.
Bereken hoe ver Patrick van school woont. Kies het juiste antwoord.
A
0,008 km
B
10,8 km
C
12 km
D
120 km
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Open question
Voetballer Frenkie de Jong schiet op doel. De bal verlaat zijn schoen in de richting van de rechterhoek met een snelheid van 25 m/s. De bal zal de doellijn passeren na 0,46 s.
Bereken hoe ver Frenkie van het doel stond toen hij schoot.
A
9 m
B
11,5 m
C
23 m
D
90 m
Slide 30 - Quiz
Patrick fietst in 20 minuten van huis naar school. Zijn gemiddelde snelheid is 18 km/h.
Bereken hoe ver Patrick van school woont.
A
0,9 km
B
1.1 km
C
6,0 km
D
60 km
Slide 31 - Quiz
Het licht van de zon doet er 8 minuten over om de aarde te bereiken. De lichtsnelheid is 300 000 km/s.
Bereken de afstand de zon tot de aarde. Geef je antwoord in een geheel getal.
Slide 32 - Open question
(v,t)-diagram
Wat zou een (v,t)-diagram zijn?
Slide 33 - Slide
(v,t)-diagram
Je kunt een beweging vastleggen met een plaats-tijddiagram, maar dat kan ook met een snelheid-tijddiagram ofwel een (v,t)-diagram.
Wat gebeurd hier?
Slide 34 - Slide
(v,t)-diagram
Als de snelheid regelmatig toeneemt, is de grafiek in het (v,t)-diagram een rechte lijn. Je kunt de gemiddelde snelheid dan berekenen met de volgende formule:
Slide 35 - Slide
(v,t)-diagram
Slide 36 - Slide
Bereken de gemiddelde snelheid met behulp van dit (v,t)-diagram