This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Thema 2 Voeding en vertering
Slide 1 - Slide
Wat zijn voedingsvezels?
Slide 2 - Open question
Waar zitten de voedingsvezels in?
A
Plantaardige voedingsmiddelen
B
Dierlijke voedingsmiddelen
Slide 3 - Quiz
Welke zes voedingsstoffen zijn er? Noem er minstens 3
Slide 4 - Open question
Noem 3 voedingsstoffen die energie leveren.
Slide 5 - Open question
Basisstof 2 Het verteringsstelsel
Slide 6 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.
Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.
Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.
Slide 7 - Slide
Nut van het verteringsstelsel
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren. Voordat je cellen de voedingsstoffen kunnen opnemen, moet je voedsel worden verteerd. Daarvoor zorgt het verteringsstelsel.
Slide 8 - Slide
Verteringsstelsel
In het verteringsstelsel worden voedingsstoffen uit voedsel opgenomen in het bloed.
Door de wand van het darmkanaal kunnen: glucose, mineralen, water en vitaminen (hoeven niet verteerd te worden)
Andere voedingsstoffen kunnen niet door de darmwand: eiwitten, meeste koolhydraten en vetten--> moeten eerst verteerd worden.
Slide 9 - Slide
Vertering
Grotere voedingsstoffen worden afgebroken tot kleinere verteringsproducten die door darmwand kunnen:
Voedsel in kleine stukjes: kauwen
Voedingsstoffen omzetten mbv verteringssappen
Slide 10 - Slide
Kauwen
Gebit:
Snijtanden+hoektanden: bijten
Kiezen: fijn malen
Mechanische vertering: voedsel in kleine stukjes verdelen