A5sp8 - Periode 2, Les 1 (PA4 H4) - GSE (11-11-2024)

Bienvenidos
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos

Slide 1 - Slide

Metas = objetivos = doelen
Vamos a aprender como leer y escribir noticias y 
aprendemos sobre la cultura española. 




Slide 2 - Slide

El programa 
  1. Info
  2. Vocab B (p.100) 
  3. La prensa española, H4 ej.1-4
  4. Texto del CSE ' mindfulness' + 'stress bij kinderen'
  5. Reflexión





Slide 3 - Slide

INFO: Período 2 
1 clase por semana
Aca: los martes, 5a hora

Material: libro de referencia + PA4 libro 2 + material extra (textos CITO)

Studiewijzer komt op Teams

Houd het huiswerk (ook het leerwerk) goed bij en herhaal regelmatig.

Slide 4 - Slide

Info: Exámenes período 2
Tussentoets: Luistervaardigheid
Toetsweek: Mondeling

PORTFOLIO: 
  • Dossier lees- en luistervaardigheid incl. reflectie, deels vóór de luistertoets, deels uiterlijk 17 december 2024
  • Opdracht 'El periódico' (=de krant, groepsopdracht), inleveren in week 2 van periode 3

Slide 5 - Slide

Cap. 4, Vocab. B (p.100)
1. ESTUDIAR: vocab. B
2. HACER: escribir 2-3 frases con las palabras (próxima página)


timer
2:00

Slide 6 - Slide

Escribe 2-3 frases con las palabras del vocabulario B.

Slide 7 - Open question

A trabajar
LAS ÚLTIMAS NOTICIAS 
La prensa en España (revistas, periódicos)
  • Ejercicios A 1-2 (hacer y corregir)
  • Ejercicios B 3-4 (hacer y corregir)

¿Terminado?
Hacer ejercicio 12-13. Bij oef 12 noteer je het regelnummer waar je je antwoord hebt gevonden.

timer
15:00

Slide 8 - Slide

Leesdossier: Textos CSE
CSE: tema 'la salud' (leesdossier)
  • mindfulness HAVO 2017-2 texto 7
  • stress bij kinderen HAVO 2014-2 tekst 7 


Bij de teksten mag een woordenboek S-N worden gebruikt. 
Pak een woordenboek uit de kast en train jezelf in het werken met een papieren woordenboek.

Slide 9 - Slide

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 10 - Slide

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.

Slide 11 - Open question

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 12 - Open question

¿Qué has aprendido?

Slide 13 - Mind map

Los deberes
Aprender: Capítulo 4 
- Vocab. B (p.100) 
- Lenguateca B (S-N) (p.71) 

 Hacer:  
  • PA Hoofdstuk 4: afmaken ejercicios 1-4 
  • H4 ejercicio 12 (= texto 2) en noteer bij iedere vraag het regelnummer waar jij je antwoord hebt gevonden   + H4 ejercicio 13 (vocab) 
  • Eindexamenteksten maken (mindfulness HAVO 2017-2 texto 7+stress bij kinderen HAVO 2014-2 tekst 7)

Slide 14 - Slide

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, bepalen wat je moet zoek de plek in de tekst, lees dat deel grondig
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 15 - Quiz

TEKST 9: Tussenkoppen plaatsen
Werkwijze: 
  • Orienteer je op de tekst.
  • Lees de tussenkoppen en zoek zonodig de vertaling op.
  • Ga naar de tekst en pas ELZA toe.
  • Plaats de koppen die je al weet.
  • Lees zonodig grondig.
  • Plaats de overige koppen. 

HACER: Texto 9 vraag 34. 
Noteer ook welke woorden je hebben geholpen naar je antwoord.
                                                                                                ¿Terminado? -> maak tekst 8 + 11

Slide 16 - Slide

De 'beweringen-vraag'
Bij dit vraagtype staan er enkele beweringen onder elkaar, meestal in het Nederlands.
Je moet aangeven of de bewering waar / niet waar is.

Voorbeeld: tekst 7, vraag 21.
Werkwijze: 
  • Lees eerst de beweringen. 
  • Ga daarna naar de tekst. Pas ELZA toe. 
  • Lees zonodig grondig.
  • Noteer per bewering  waar / niet waar.
Let op: een beweringen-vraag levert relatief weinig punten op.

Slide 17 - Slide

De open vraag
Bij een open vraag moet je zelf je antwoord formuleren, meestal in het Nederlands. 
Beantwoord EXACT wat wordt gevraagd. GEEN onnodige toevoegingen!!!!

Voorbeeld: tekst 7, vraag 26.
Werkwijze: 
  • Lees eerst de vraag.
  • Ga daarna naar de tekst. Pas ELZA toe. 
  • Lees zonodig grondig.
  • Formuleer je antwoord: Herhaal de vraag in je antwoord. Wees to the point.
  • Moet je citeren? Schrijf dan letterlijk over uit de tekst.


Slide 18 - Slide

TEKST 12: De scanvraag
Werkwijze: 
  • Orienteer je op de tekst.
  • Lees de tussenkoppen en zoek zonodig de vertaling op.
  • Ga naar de tekst en pas ELZA toe.
  • Plaats de koppen die je al weet.
  • Lees zonodig grondig.
  • Plaats de overige koppen. 

HACER: Texto 12 pregunta 39-40. Noteer ook welke woorden je hebben geholpen naar je antwoord.
        ¿Terminado? -> maak tekst 8, 11

Slide 19 - Slide

Gram B (p.64): verleden tijden achtergrond (imperf) vs. gebeurtenis (indef) 




Cap. 4:  ej.11abc(de) (oefenen met verleden tijden)

Slide 20 - Slide

Conclusievraag: hoe ga je te werk
A
globaal lezen > de vraag lezen > daarna de vraag beantwoorden
B
de vraag lezen en begrijpen > tekst grondig lezen en betekenis vaststellen > vraag beantwoorden
C
de vraag lezen en begrijpen > daarna zoekend lezen > de vraag beantwoorden
D
grondig lezen > daarna de vraag lezen en beantwoorden

Slide 21 - Quiz