Les 12- Grammatica §3 wederkerende werkwoorden + §4 wederkerige en wederkerende vnw

Les 12- Grammatica §3 wederkerende werkwoorden + §4 wederkerige en wederkerende vnw
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 12- Grammatica §3 wederkerende werkwoorden + §4 wederkerige en wederkerende vnw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hallo 2Vd
Pak je spullen alvast (boek/Nieuw Nederlands/pen+schrift) en ga lezen in je leesboek
timer
10:00
Wat gaan we doen vandaag?
  • 10 min lezen
  • herhaling wederkerend werkwoord
  • even oefenen
  • zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Herhaling
Even oefenen met het lijdend voorwerp

Maak van Cursus 5 Grammatica § 1 ZD Herhaling leerjaar 1 vwo
Opdracht 4 op je laptop

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kan/weet

het werkwoordelijk gezegde en het lijdend voorwerp vinden in zinnen met wederkerende werkwoorden.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Grammatica zinsdelen
Er zijn twee soorten wederkerende werkwoorden.

Verplicht wederkerend werkwoord
Hoort bij een wederkerend voornaamwoord (me, je, zich, ons)
Het wederkerend vnw hoort hier bij het WG: vergiste zich, realiseer me, bemoeit zich  
Gaat om iets wat je alleen zélf kunt doen.

Toevallig wederkerend werkwoord
Hoort niet altijd bij een wederkerend vnw, het is iets wat je ook voor een ander kunt doen. 
Het wederkerend vnw hoort hier bij het LV: heb jij je vermaakt?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Even met wat lessonup vragen oefenen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hij verdedigt zich met zijn vuisten!
Wat is het WG?
TIP!
Bij verplichte wederkerende werkwoorden hoort het wederkerend voornaamwoord bij het WG
Bij toevallig wederkerende werkwoorden niet.
A
verdedigt
B
verdedigt zich

Slide 8 - Quiz

Hij verdedigt zichzelf met zijn vuisten.

WG = verdedigt
LV = zich
Gedroeg jij je verdacht volgens de politieagent?
Wat is het WG?
A
gedroeg
B
gedroeg je

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Juist of onjuist:
een wederkerend werkwoord hoort niet bij het werkwoordelijk gezegde
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Verplicht wederkerend of toevallig wederkerend werkwoord?

Ruud vermaakt zich met Rocket League.
A
verplicht wederkerend werkwoord
B
toevallig wederkerend werkwoord

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Zit er in deze zin een verplicht of toevallig wederkerend werkwoord?
De secretaresse herinnert haar chef aan zijn afspraak.
A
verplicht
B
toevallig

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Ik schaamde me voor de opmerkingen die mijn ouders maakten.

Wat voor wederkerend werkwoord is schamen?

A
toevallig wederkerend werkwoord
B
verplicht wederkerend werkwoord

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik was mezelf met water uit een bergbeekje.

Wat voor wederkerend werkwoord is wassen?
A
toevallig wederkerend werkwoord
B
verplicht wederkerend werkwoord

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Kortom...
Kijk of je een ander persoon toe kan voegen bij het wederkerend werkwoord.
    - Hij vermaakt zich.
   - Hij vermaakt zijn zusje.
  1. Ja? Heb je te maken met een toevallig wederkerend werkwoord dan lv.
  2. Nee? dan een verplicht wederkerend werkwoord dan wg

- Zij gedraagt zich.
- Zij gedraagt haar zusje.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Benoem: pv, ow, wg/ng, lv, mv en bwb
Uw ergernis over mijn uitspraken had ik me tot nu toe niet gerealiseerd.

pv =
ow =
wg/ng =
lv = 
mv =
bwb=

Slide 16 - Slide

pv = had
ow = ik
wg = had me gerealiseerd (verplicht)
lv = uw ergernis over mijn uitspraken
mv = X
bwb = tot nu toe, niet

Benoem: pv, ow, wg/ng, lv, mv en bwb
Uw ergernis over mijn uitspraken had ik me tot nu toe niet gerealiseerd.

pv = had
ow = ik
wg = had me gerealiseerd (verplicht)
lv = uw ergernis over mijn uitspraken
mv = X
bwb = tot nu toe, niet

Slide 17 - Slide

pv = had
ow = ik
wg = had me gerealiseerd (verplicht)
lv = uw ergernis over mijn uitspraken
mv = X
bwb = tot nu toe, niet

Zelf oefenen
Cursus 5 Grammatica §1 ZD herhaling leerjaar 1
+ § 3 wederkerende werkwoorden
Wat: Maak opdracht 3 t/m 5  van Grammatica §3 p. 211. Klaar? Ga verder met § 1 opdracht 5 t/m 8.
Hoe:  Individueel in je schrift voor §3 en op je laptop voor § 1.
Hulp: Theorie uit je boek, docent.
Tijd: 15 min.
Uitkomst: Geoefend met het het wederkerende werkwoord en de zinsdelen.
Klaar?
Lezen in je leesboek
of ander huiswerk
timer
15:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Fijne dag!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions