fabels & poëzie

Fabels en Poëzie
Les 1
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Fabels en Poëzie
Les 1

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide


Wat zag je op de vorige slide?

Slide 3 - Open question

  • Je leert wat fabels zijn.
  • Je leert wat een haiku is.
  • Je gaat zelf een gedicht schrijven.
Wat gaan we doen?

Slide 4 - Slide


Wat weet je al over fabels?

Slide 5 - Open question

1) Bedenksel 2) Dichtsoort 3) Dierensprookje 4) Dierenverhaal 5) Epiek 6) Fictie 7) Gefantaseerd verhaal 8) Kletspraat 9) Korte inhoud 10) Korte vertelling 11) Legende 12) Leugen 13) Literair genre 14) Moraliserend verhaal 15) Moraliserende vertelling 16) Mythe 17) Ongegrond verhaal 18) Ongeloofwaardig verhaal
Wat zegt het woordenboek?

Slide 6 - Slide

  • Een fabel is een verzonnen tekst waarin dieren de hoofdrol spelen. 
  • De dieren gedragen zich als mensen
  • Een fabel leert de lezer een lesje. Zo'n lesje noem je 'de moraal'. 
Wat zeggen wij?

Slide 7 - Slide

  • De moraal van een verhaal is de diepere betekenis van een tekst. Deze staat er vaak niet letterlijk in, maar is de belangrijke boodschap die de schrijver van een verhaal aan jou over probeert te brengen. Je mag niet pesten kan de moraal van een verhaal zijn.
De moraal

Slide 8 - Slide

Bekijk het volgende filmpje
  • Welk eigenschappen van mensen worden bekritiseerd (afgekeurd)?
  • Wat is de moraal, denk je? Wat wil de     schrijver ons met dit verhaal vertellen? 

Slide 9 - Slide


Welke eigenschappen worden volgens jou bekritiseerd (afgekeurd). Noem er één.

Slide 11 - Open question


Wat is volgens jou de moraal van het verhaal/wat wil de schrijver ons vertellen?

Slide 12 - Open question


Aan welk gedrag erger jij je het meest? (geef 1 antwoord)

Slide 13 - Open question


Een beer staat vaak symbool voor vraatzucht (een gulzig dier). 
Welk dier past bij het gedrag dat jij irritant of slecht vindt?

Slide 14 - Open question

Je leert wat een haiku is.
Je gaat zelf een haiku maken.
Wat gaan we doen?

Slide 15 - Slide


Wat weet je al over een haiku?

Slide 16 - Open question

De haiku komt uit Japan.
Een haiku is een lekker kort gedicht dat niet hoeft te rijmen.
Kenmerken

Slide 17 - Slide

Meestal beschrijft een haiku de sfeer van een gebeurtenis, of het gevoel dat je erbij kreeg.
En....

Slide 18 - Slide

De haiku is het resultaat van nauwkeurig waarnemen en liefdevolle zorg. Een haiku is niet zomaar een klein gedicht in drie regels met 5-7-5 lettergrepen elk, even belangrijk is de verwondering en een haast kinderlijke verbazing die er uit spreekt. Haiku lezen wil zeggen de indrukken ondergaan, met de sfeer en de gevoelens van het haiku-moment. Haiku heeft niet veel uitleg noch intellectueel gedoe nodig.
En....

Slide 19 - Slide

Ik hou van de wind
Met de wind in mijn gezicht
Voel ik me super

Slide 20 - Slide

De hoogste bomen
Zie je al van verre staan
Wuivend in de wind

Slide 21 - Slide

De roze zalm zwemt
Hij zwemt tegen de richting
Het kost geen moeite

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Dit is een zelfportret van Vincent van Gogh.

Slide 25 - Slide

een man met rood haar
zet streepjes in zijn gezicht
op een doek vol kleur

Slide 26 - Slide

een-man-met-rood-haar (5)
zet-streep-jes-in-zijn-ge-zicht (7)
op-een-doek-vol-kleur (5)

Slide 27 - Slide


Een haiku heeft een vast aantal lettergrepen per regel. Welke?
A
4-7-4
B
4-8-4
C
5-7-5
D
5-7-6

Slide 28 - Quiz

1) Kijk goed: wat zie je, wat hoor je, wat
   gebeurt er, welk gevoel krijg je erbij?
2) schrijf 3 regels: 5-7-5 lettergrepen
De regels voor een haiku  

Slide 29 - Slide

  • Aan het begin van de les heb je een dier gekozen bij een ergernis.
  • Over dat dier en die ergernis gaan jullie   nu een Haiku maken.
Het dier

Slide 30 - Slide

  • Je verplaatst je in het door jou gekozen   dier.
  • Wat ziet het, ruikt het, wil het, doet het?
Hoe gaan jullie dat doen?

Slide 31 - Slide

Laat je haiku zien!

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide