Hoofdgedachte en onderwerp les 2.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1-4

Onderwerp en hoofdgedachte

• Welkom en aanwezigheid (5 min)
• Doelen van de les (2 min)
• lezen (12 min)
• Uitleg + vragen over het onderwerp en de hoofdgedachte (10- min)
•  Opdracht maken (20-min)
• Afsluiting (3 min)

Stil Lezen

Stil lezen!

Ik zie je lezen. 

Doelen van de les

Aan het einde van de les weet je hoe je het onderwerp van een tekst of filmpje kunt vinden.

Aan het einde van de les weet je hoe je de hoofdgedachte in een tekst of filmpje kunt vinden.

Welke vraag beantwoord je om het onderwerp te vinden?

Wat is het onderwerp van dit fragment?

1. het journaal
2. andersom liner
3. presentatoren journaal
4. de verjaardag van Suus

De hoofdgedachte

Is altijd één zin.

Is het belangrijkste wat over een onderwerp wordt verteld.

Vind je vaak in de eerste of in de laatste alinea van een tekst (moet je dus ook vaak letterlijk uit de tekst halen)

De hoofdgedachte van een tekst is het antwoord op de vraag:

Wat is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt?

Je geeft antwoord in één zin.

Wat is de hoofdgedachte van dit fragment?

1. Het is verkeerd andersom liners te gebruiken
2. Het journaal wordt steeds onbegrijpelijker
3. Arjen Lubach wil aangeven dat het journaal niet klopt
4. Andersom liners komen veel voor in het journaal

Wat is het onderwerp van dit filmpje?

Wat is de hoofdgedachte van dit filmpje?

Wat is de hoofdgedachte van een reclame?

Wat is het onderwerp van deze reclame?

Wat is de hoofgedachte?

1. Cheddar, seriously strong
2. Eind goed, al goed
3. Een muis doodt je niet met een val
4. Kaas, daar word je sterk van...

Wat is de hoofdgedachte?

De hoofdgedachte = ?

1. Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
2. Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
3. Albert Heijn zegt dat er wel vaker spinnen gevonden worden in bakjes druiven.
4. De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Wat is de hoofdgedachte?

1. Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
2. Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
3. Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
4. Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Hoofdgedachte?

1. Door alle inspanningen van de gemeente wordt Zwolle gezien als een fietsstad.
2. Door het aanleggen van fietsstraten denkt de gemeente Zwolle dat de binnenstad verkeersveiliger wordt.
3. Een fietsstraat is een straat die ingericht is als een soort fietspad waar ook auto’s op mogen rijden.
4. Door de fietsstraten zijn de belangrijke fietsroutes voor fietsers en automobilisten beter herkenbaar.

(HUIS)WERK: Cursus 1.

•          Paragraaf 3 opdracht 1 t/m 5.                                                          Klaar? 

•  -ander vak -lingo-lekker lezen
  

Wat is het verschil tussen een hoofdgedachte en een onderwerp?

Hoe vind ik (vaak) de hoofdgedachte? Schrijf zoveel mogelijk op.