Les 12: Grammar

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Online lessen Engels
  1.  Camera aan als docent dit aangeeft.
  2. Je zit in de LessonUp en doet actief mee. Je beantwoord de tussentijdse vragen.
  3. Je maakt de opdrachten in Learnbeat. Je maakt de opdrachten zodra de docent dit aangeeft.
  4. Al het huiswerk van Learnbeat wat je niet af kan maken is huiswerk. 

Doe je niet mee in de LessonUp en/of Learnbeat? => Afwezig 

Slide 2 - Slide

How are you guys and girls doing today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Today!
  • Lesson aims
  • Planner
  • Week aims


  • To work

Slide 4 - Slide

Lesson aims


At the end of class, you; 
... can make a question sentence with to have got
... know the present continuous.
... know what we are going to do this week.




Slide 5 - Slide

Weekplanner
Dinsdag
=> Speaking and Writing recap 

Woensdag
=> Grammar

Donderdag
=> Watching

Slide 6 - Slide

Recab
Grammar

Has Liz got a bunk bed?
Have they got a big garden?

Slide 7 - Slide

What means;

Have got
A
Zijn
B
Lopen
C
Hebben

Slide 8 - Quiz

Maak de zin vragend:
You have got a bunk bed.
have
you
bunk bed
got
a

Slide 9 - Drag question

Maak de zin vragend:
Liz has got a nice house.

Slide 10 - Open question

What is this person doing?
A
He is reading.
B
He is cleaning.
C
He is walking.
D
He is baking.

Slide 11 - Quiz

What is this person doing?
A
He is reading.
B
He is cleaning.
C
He is walking.
D
He is baking.

Slide 12 - Quiz

What is this person doing?
A
He is reading.
B
He is cleaning.
C
He is walking.
D
He is baking.

Slide 13 - Quiz

What is this person doing?
A
He is reading.
B
He is cleaning.
C
He is walking.
D
He is baking.

Slide 14 - Quiz

Grammar
The present continuous
(Duurvorm)

He is reading.
She is walking.
Ted is cleaning.
They are baking (a cake) .

Slide 15 - Slide

Present continuous 
(duurvorm)
Wat is het?
Je gebruikt het om te zeggen dat iets nu aan de gang is.

Hoe maak je het?

He is drinking.
Wie
Am/are/is
+
werkwoord +ing
Jack
is
walking.
He
is
drinking.

Slide 16 - Slide


Bake
=> My mum is baking a pie.


! Let op ! 
Soms verandert de spelling als je -ing toevoegt. Bij een werkwoord dat eindigt op een -e, valt die -e weg.

Slide 17 - Slide



Chat
=> Jack is chatting with a friend.

Run
=> I am running.
! Let op ! 
Bij werkwoorden van één lettergreep met een korte klinker (a, e, i, o, u) zoals stop, sit, run en chat, moet je de medeklinker verdubbelen.

Slide 18 - Slide

Worktime!
Make the exercises of Balk J. Grammar in Learnbeat.

Slide 19 - Slide