BS 4 Vruchten en zaden

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
Mw. de Koning
1920
1 VWO
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren
Mw. de Koning
1920
1 VWO

Slide 1 - Slide

Bij nummer 5 is sprake van
A
Zelfbestuiving
B
Kruisbestuiving
C
Geen bestuiving

Slide 2 - Quiz

Plant Q is
A
Eenhuizig
B
Tweehuizig

Slide 3 - Quiz

De bloemen op plant P zijn
A
Eenslachtig
B
Tweeslachtig

Slide 4 - Quiz

Vragen over BS 3?

Slide 5 - Slide

BS 4 Vruchten en zaden

Slide 6 - Slide

Begrippen BS 4
Vrucht
Peulvrucht
Vruchtvlees





Slide 7 - Slide

Verspreiding van de zaden
Planten hadden bij de bestuiving al de hulp van de wind of van dieren nodig.
Bij de verspreiding van de zaden is dat hetzelfde.
Voor het verspreiden van de zaden maakt de plant een vrucht. Deze vrucht is gespecialiseerd in een bepaalde manier van verspreiden van zaden.

Slide 8 - Slide

Verspreiding van de zaden
Sommige vruchten zijn smakelijk om te eten.
Dieren eten de vruchten, poepen de resten (zaden!) weer uit óf gooien de zaden weg en die kunnen uitgroeien tot nieuwe plant.

Slide 9 - Slide

Verspreiding van de zaden
Sommige vruchten bevatten haakjes die aan de vacht van dieren blijven hangen.

Slide 10 - Slide

Verspreiding van de zaden
Sommige vruchten zijn zo licht dat ze wegwaaien

Slide 11 - Slide

De sperzieboon heeft als strategie dat dieren (mensen) de bonen opeten. Zo verspreid de plant zich
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Vruchtvorming
Ná de bevruchting verandert er een hoop in de bloem.

De bevruchte eicel groeit uit tot een kiem.
Het zaadbeginsel groei uit tot zaad.
Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht.

Slide 13 - Slide

Het zaadbeginsel is de voorloper van....... Het vruchtbeginsel de voorloper van.........
A
het zaad - de vrucht
B
de stamper - de vrucht
C
het zaad - de bloem
D
de bloem - de vrucht

Slide 14 - Quiz

Peulvrucht
Langwerpige, openspringende vrucht met meerdere zaden.
Van sommige peulvruchten eten we de zaden (bruine bonen, tuinbonen, capucijners, witte bonen, kidneybonen, pindas), van andere peulvruchten eten we de hele peul, inclusief zaden (peultjes, sperzieboon)

Slide 15 - Slide

Wat zat er op plek 11?
A
de bloem
B
de stijl
C
het vruchtbeginsel
D
de stamper

Slide 16 - Quiz

Vlezige vruchten
Sommige vruchten hebben zacht vruchtvlees,
Dit ontstaat uit het vruchtbeginstel en/ of de bloembodem.

Slide 17 - Slide

Vlezige vruchten
Sommige vruchten hebben zacht vruchtvlees,
Dit ontstaat uit het vruchtbeginstel en/ of de bloembodem.

Slide 18 - Slide

Begrippen BS 4
Vrucht
Peulvrucht
Vruchtvlees





Slide 19 - Slide

Huiswerk 
Maak deopdrachten van BS 4 (samenvatting lever je in via classroom) en ga verder met je bloemenopdracht.

Slide 20 - Slide