This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les...
- Ken je de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels.
- Kun je de zes groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken benoemen.
Slide 2 - Slide
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Vitamine C
Vetten
Calcium
Koolhydraten
Slide 3 - Slide
Wat is het verschil tussen een voedingsmiddel en een voedingsstof?
Slide 4 - Open question
Dierlijk en plantaardig
Slide 5 - Slide
Wat is het verschil tussen plantaardig en dierlijk eten?
Slide 6 - Open question
Brandstoffen
Leveren veel energie. Om te groeien, je lichaamstemperatuur op peil te houden (hoe warm?), om de organen te laten werken, te bewegen...
Slide 7 - Slide
Bouwstoffen
'Bouwstenen' om nieuwe cellen te maken. Zorgen voor groei, maar ook voor het herstellen van wondjes.
Slide 8 - Slide
Bouw- en brandstoffen
Voor groei heb je bouwstenen nodig (bouwstoffen), maar ook energie (werknemers). Zonder energie (werknemers) kun je geen huis bouwen.
Slide 9 - Slide
Reservestoffen
Energie dat wordt opgeslagen voor later (reserve). Kan later gebruikt worden als bouwstof of brandstof.
> Waar zou dat in opgeslagen worden??
Slide 10 - Slide
Beschermende stoffen
Zorgen er voor dat je niet ziek wordt.
Slide 11 - Slide
Voedingsvezels
Voedingsvezels worden niet verteerd, maar zijn wel erg belangrijk. Ze zorgen ervoor dat de darmen goed werken en houden de organismen in de darmen gezond.
Slide 12 - Slide
De zes groepen voedingsstoffen
• eiwitten
• koolhydraten (suikers, voedings- vezels)
• vetten
• water
• mineralen
• vitaminen
Slide 13 - Slide
Samenvatting
Slide 14 - Slide
Zie je voedingsmiddelen of voedingsstoffen?
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
Slide 15 - Quiz
suikers en zetmeel zijn voedingsmiddelen of voedingsstoffen