V5_SK_Herhalen_Week 36_Les1

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Programma

• Opening les
  
• Controle boeken en huiswerk
  
• Weektaak
  
• Leerdoelen
  
• Keuze momenten
  
• Aan opdrachten werken
  
• Afsluiten les
  

Weektaak

- Bestuderen Hoofdstuk 3, Paragraaf 1 uit het boek VWO4 (blz 67&68).

- Maken opdracht 11, 12 en 13 uit het boek VWO4 (blz 69) of in de online omgeving

- Bestuderen Hoofdstuk 3, Paragraaf 2 (blz 71&72) en Paragraaf 3 uit het boek VWO4 (blz74&75)

- Maken opdracht 20 t/m 23 en 31 t/m 33 uit het boek VWO4 (blz 76) of in de online omgeving

- Bestuderen Hoofdstuk 3, Paragraaf 4 uit het boek VWO4 (blz 77t/m79)

- Maken opdracht 42, 43 en 46 uit het boek VWO4 (blz 79) of online

- Bestuderen Hoofdstuk 7, Voorkennis uit het boek (blz 8)

- Bestuderen Hoofdstuk 7, Paragraaf 1 uit het boek (blz 9&10)

- Maken opdracht 6 en 9 uit het boek (blz 8&10) of in de online omgeving.

Leerdoelen

- Ik kan uitleggen wat met zuurgraad wordt bedoeld.

- Ik kan een indicator gebruiken om de zuurgraad van een oplossing in te schatten met behulp van het omslagtraject.

- Ik ken de formules en de naam van 15 belangrijke scheikundige stoffen

- Ik kan beschrijven welke bindingen worden verbroken en welke worden gevormd bij het oplossen en ioniseren van zouten.

Keuze 1:

- Luisteren naar de uitleg

Keuze 2:

- Bestuderen Hoofdstuk 7, Voorkennis (blz 8)

- Bestuderen Hoofdstuk 7, Paragraaf 1 (blz 9&10)

- Maken opdracht 6 en 9 (blz 8&10) 

Zuurgraad

De zuurgraad geeft aan hoe zuur of hoe basisch een oplossing is.

Wordt uitgedrukt in pH

Een oplossing met een pH kleiner dan 7 is...

1. ...neutraal
2. ...basisch
3. ...zoet
4. ...zuur

Een basische oplossing heeft een pH...

1. Kleiner dan 7
2. Groter dan 7
3. Gelijk aan 7

Zuurgraad

Een zure oplossing heeft een pH kleiner dan 7

Een basische oplossing heeft een pH groter dan 7

Een neutrale oplossing heeft een pH gelijk aan 7

Indicator

Een stof die een indicatie geeft van de zuurgraad

Voorbeelden:

Rode koolsap

Lakmoespapier

Waar of niet waar?
Lakmoes kleurt blauw bij een pH kleiner dan 5,5. (Tabel 52A)

1. Waar
2. Niet waar

De indicator congorood heeft de volgende kleur bij pH 4,0

1. Violet
2. Rood
3. Oranjerood
4. Een mengkleur van violet en oranjerood

Een oplossing heeft een pH van 8,1. Met welke twee indicatoren kan ik dit controleren?

1. Fenolrood en fenolftaleïen
2. Lakmoes en kresolrood
3. Dimethylgeel en methylrood
4. Neutraalrood en fenolftaleïen

Tabel 52A

Thymolblauw:

- Rood tot pH 1,2

- Geel vanaf pH 2,8

- Mengkleur tussen 1,2 en 2,8

Formules van zuren en basen

In de BINAS: Tabel 66A, Tabel 66B, Tabel 40A

Maar handiger als je een deel uit je hoofd kent:

- Figuur 7.5 van Hoofdstuk 7

- Figuur 7.9 van Hoofdstuk 7

- Figuur 7.10 van Hoofdstuk 7

Wat is de molecuulformule van salpeterzuur

1. HNO​2​​
2. H​2​​NO​3​​
3. HNO​3​​
4. H​2​​SO​4​​

Wat is de reactie die plaatsvind als salpeterzuur gas oplost in water?

1. HNO​3​​(g)→H​+​​​​​​​+​​​​​NO​3​−​​
2. HNO​3​​(g)→H​+​​(aq)​​​​​+​​​​​NO​3​−​​(aq)
3. HNO​3​​(g)→HNO3(aq)

Welke type verbindingen worden verbroken als salpeterzuur gas oplost in water?

1. Zuurbindingen
2. Covalente bindingen
3. Ionbindingen
4. Metaal bindingen

Weektaak

- Bestuderen Hoofdstuk 3, Paragraaf 1 uit het boek VWO4 (blz 67&68).

- Maken opdracht 11, 12 en 13 uit het boek VWO4 (blz 69) of in de online omgeving

- Bestuderen Hoofdstuk 3, Paragraaf 2 (blz 71&72) en Paragraaf 3 uit het boek VWO4 (blz74&75)

- Maken opdracht 20 t/m 23 en 31 t/m 33 uit het boek VWO4 (blz 76) of in de online omgeving

- Bestuderen Hoofdstuk 3, Paragraaf 4 uit het boek VWO4 (blz 77t/m79)

- Maken opdracht 42, 43 en 46 uit het boek VWO4 (blz 79) of online

- Bestuderen Hoofdstuk 7, Voorkennis uit het boek (blz 8)

- Bestuderen Hoofdstuk 7, Paragraaf 1 uit het boek (blz 9&10)

- Maken opdracht 6 en 9 uit het boek (blz 8&10) of in de online omgeving.

Afsluiting - Leerdoelen

- Ik kan uitleggen wat met zuurgraad wordt bedoeld.

- Ik kan een indicator gebruiken om de zuurgraad van een oplossing in te schatten met behulp van het omslagtraject.

- Ik ken de formules en de naam van 15 belangrijke scheikundige stoffen

- Ik kan beschrijven welke bindingen worden verbroken en welke worden gevormd bij het oplossen en ioniseren van zouten.