Je weet goed te herkennen wanneer je combinaties of permutaties moet gebruiken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
4.2 Theorie C
Je weet goed te herkennen wanneer je combinaties of permutaties moet gebruiken
Slide 1 - Slide
Een vereniging kiest een voorzitter, een secretaris en een penningmeester
A
permutatie
B
combinatie
Slide 2 - Quiz
Van 100 leraren van een school komen er vijf naar het schoolfeest
A
permutatie
B
combinatie
Slide 3 - Quiz
In de klas worden er 5 kaartjes verloot voor de Efteling
A
permutatie
B
combinatie
Slide 4 - Quiz
Je stelt uit de top 40 je eigen top 3 samen.
A
permutatie
B
combinatie
Slide 5 - Quiz
Sabine heeft 14 leesboeken liggen. Ze leent er 3 uit aan Kim.
Hoeveel drietallen zijn er mogelijk?
Slide 6 - Open question
Aan een schaatswedstrijd doen 10 spelers mee. Op hoeveel manieren kunnen de gouden, zilveren en bronzen medailles worden verdeeld?
Slide 7 - Open question
Als er in een telprobleem EN staat dan gebruik je de .........
A
vermenigvuldigingsregel
B
somregel
Slide 8 - Quiz
In een vaas zitten tien rode, vijf witte en drie groene knikkers. Charles pakt 4 knikkers uit de vaas. Hoeveel mogelijkheden zijn er om 2 rode en 2 groene knikkers te pakken?
Slide 9 - Open question
In een vaas zitten tien rode, vijf witte en drie groene knikkers.
Charles pakt 4 knikkers uit de vaas.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om 2 rode en 2 groene knikkers te pakken?
Slide 10 - Slide
In een vaas zitten tien rode, vijf witte en drie groene knikkers. Charles pakt 4 knikkers uit de vaas. Hoeveel mogelijkheden zijn er om meer dan 2 rode knikkers te pakken?
Slide 11 - Open question
In een vaas zitten tien rode, vijf witte en drie groene knikkers.
Charles pakt 4 knikkers uit de vaas.
Hoeveel mogelijkheden zijn er om meer dan 2 rode knikkers te pakken?