4 HAVO - Grammaire C - Les comparaisons

Aujourd'hui
Vocabulaire C
Grammaire C: comparaisons
Faire: ex. 37, 38





L'objectif: je kunt een vergelijkende,  vergrotende en overtreffende trap maken.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aujourd'hui
Vocabulaire C
Grammaire C: comparaisons
Faire: ex. 37, 38





L'objectif: je kunt een vergelijkende,  vergrotende en overtreffende trap maken.

Slide 1 - Slide

Les comparaisons

Slide 2 - Slide

Le comparatif 
Hoe maak je een vergelijking of een vergrotende trap ?

Slide 3 - Slide

Le comparatif (vergrotende trap)
Een vergelijking of 
een vergrotende trap maken:

moins + bijv. nw. (+ que)         Elle est moins grande que ...
aussi + bijv. nw. (+ que)           Il est aussi grand que ...
plus + bijv. nw (+ que)              Elles sont plus grandes que ...

Slide 4 - Slide

Le comparatif (vergrotende trap)
Een vergelijking of een vergrotende trap maken:

moins + bijv. nw. (+ que)         Elle est moins grande que ...
aussi + bijv. nw. (+ que)           Il est aussi grand que ...
plus + bijv. nw (+ que)              Elles sont plus grandes que ...

Attention! De vorm van het bijv. nw verandert mee. 

Slide 5 - Slide

Le comparatif (vergrotende trap)
Een vergelijking of een vergrotende trap maken:

moins + bijv. nw. (+ que)         Elle est moins grande que ...
aussi + bijv. nw. (+ que)           Il est aussi grand que ...
plus + bijv. nw (+ que)              Elles sont plus grandes que ...

Attention! De vorm van het bijv. nw verandert mee. 

ev
mv
ml
-
+s
vr
+e
+es

Slide 6 - Slide

Traduis: Ik ben kleiner dan Marc.
(tip: meer klein dan)

Slide 7 - Open question

Vertaal: Zij is even sportief als Marc.

Slide 8 - Open question

Max is aardiger dan Emma.
(aardig = sympa)

Slide 9 - Open question

Le superlatif 
Hoe maak je een overtreffende trap ?

Slide 10 - Slide

Le superlatif (overtreffende trap)
Een overtreffende trap maken:

le / la / les plus + bijv. nw           Il est le plus sympa.
le / la / les moins + bijv. nw      Ils sont les moins grands.

Slide 11 - Slide

Le superlatif (overtreffende trap)
Een overtreffende trap maken:

le / la / les plus + bijv. nw           Il est le plus sympa.
le / la / les moins + bijv. nw      Ils sont les moins grands.

Attention: 
ook hier verandert het bijv. nw. mee

Slide 12 - Slide

Plaats
De plaats van de overtreffende trap hangt af van de plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Ervoor
C'est le plus jeune membre de la famille. 
Erachter: lidwoord wordt herhaald
Elles sont les filles les plus bavardes de la classe. 

Slide 13 - Slide

Onregelmatige vorm
                         Bon (goed, lekker) heeft een onregelmatige vorm:

                  vergrotende trap                  overtreffende trap
bon      -       meilleur(e)(s)       -      le / la / les meilleur(e)(s)

Slide 14 - Slide

Traduis:
Marie is het grootst.

Slide 15 - Open question

Traduis:
Mijn beste vriend

Slide 16 - Open question