This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Leespad smullen maar
wb p. 16-19
Slide 1 - Slide
Lees de tekst p 16-17
Slide 2 - Slide
Waar kun je niet aan landbouw doen?
A
de woestijn, het park, de bergen
B
de woestijn, de bergen , de moerassen
C
de zee, de bergen , de moerassen
D
de straat, de bergen , de moerassen
Slide 3 - Quiz
Wie wordt er vaker ziek of te dik?
A
Mensen die ongezonde dingen eten zoals vet en suiker.
B
Mensen die vaak veel fruit eten.
C
Mensen die vaak sporten.
D
Mensen die veel slapen.
Slide 4 - Quiz
Waarmee moeten we zuinig zijn?
Slide 5 - Mind map
Waarom zijn er voedselproblemen?
A
Er zijn te veel kinderen op aarde
B
Er zijn te weinig mensen op aarde
C
Er zijn te weinig volwassenen op aarde
D
Er komen meer mensen op aarde
Slide 6 - Quiz
Waarom zijn er voedselproblemen?
A
Er zijn landbouwers te weinig.
B
Er is te weinig tijd om aan landbouw te doen.
C
Je kan niet overal aan landbouw doen.
D
Er is te weinig eten.
Slide 7 - Quiz
Waarom zijn er voedselproblemen?
A
Mensen hebben niet genoeg geld om eten te kopen.
B
Er zijn niet genoeg supermarkten.
Slide 8 - Quiz
Een van de problemen is dat er meer en meer mensen op aarde komen, die eten nodig hebben.
Om eten te kweken moet je aan landbouw doen, maar op sommige plaatsen lukt dat niet.
Sommige mensen hebben niet genoeg geld om genoeg eten te kopen.
Slide 9 - Drag question
Maar er zijn op de wereld....... die altijd te weinig eten hebben. Of die te veel hetzelfde moeten eten. Dan krijgen 'ze' niet alle vitamines binnen.
A
geld
B
mensen
C
eten
Slide 10 - Quiz
We willen ook nog natuurgebieden en bossen overhouden. 'We' moeten dus zuinig zijn met de grond die er is. ............ moeten dus zuinig zijn met de grond die er is.