This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Wat is een kenmerk van een maatschappelijk probleem
A
burgers moeten het oplossen, niet de overheid
B
Criminaliteit
C
Veel mensen vinden het onwenselijk
D
Er wordt veel onderzoek naar gedaan
Slide 1 - Quiz
Slide 2 - Slide
"Veel mensen vinden het onwenselijk of in strijd met waarden normen" Welk ander kenmerk van een maatschappelijk vraagstuk is in de uitslag te herkennen?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Video
00:35
Welke invalshoek past het best bij dit fragment?
A
Politiek-juridische invalshoek
B
sociaaleconomische invalshoek
C
sociaal-culturele invalshoek
D
veranderings- en vergelijkende invalsh.
Slide 5 - Quiz
01:27
Welke invalshoek past het best bij de onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden?
A
politiek-juridische invalshoek
B
sociaaleconomische invalshoek
C
sociaal-culturele invalshoek
D
veranderings- en vergelijkende invalshoek
Slide 6 - Quiz
02:41
Welk machtsmiddel kunnen werknemers vooral inzetten?
Slide 7 - Open question
03:11
Is geld ook een machtsmiddel?
Ja
Nee
Slide 8 - Poll
"Alle Colombianen zijn drugsdealers". Deze uitspraak is...
A
een vooroordeel
B
een stereotype
C
discriminatie
D
selectieve waarneming
Slide 9 - Quiz
"Alle Colombianen zijn drugsdealers" Bij welke theorie over oorzaken van crimineel gedrag past deze uitspraak?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Rationele-keuzetheorie
Slide 10 - Quiz
Om objectief nieuws te brengen moet een journalist feiten en meningen scheiden. Welk ander criterium van objectiviteit (betrouwbaarheid) wordt hier uitgebeeld?
Slide 11 - Open question
Wanneer is iets nieuws?
Waar komt nieuws vandaan?
Zorgen voor betrouwbaar-
heid
Actueel
persbericht
hoor en wederhoor
nabijheid
persbureaus
Scheiden feiten en meningen
Iemand interviewen
bijzonder
Bron checken
Interessant voor doelgroep
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Video
01:14
Satire! Maar journalisten hebben kritiek geuit op de reis van de koning. Over welke mediafunctie gaat het?
A
Meningsvormende functie
B
Socialiserende functie
C
Informatiefunctie
D
Controlefunctie
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
00:31
Vanwege welk principe was deze 'spijtbetuiging' van de koning op tv bijzonder?
A
censuur
B
symbolische functie
C
ministeriele verantwoordelijkheid
D
verkiezingen
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Met welke beïnvloedingstheorie over de media gaat deze afbeelding vooral?
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
Framingtheorie
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Slide
Met welke beïnvloedingstheorie over de media gaat deze afbeelding vooral?
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
Framingtheorie
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Welke functie van de media is vooral in de voorgaande cartoon te herkennen?
A
meningsvormende functie
B
amusementsfunctie
C
informatiefunctie
D
socialiserende functie
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Welke invalshoek staat in de vorige in de vorige afbeelding vooral centraal?