Possessives en quantifiers

Possessives
(and quantifiers)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Possessives
(and quantifiers)

Slide 1 - Slide

Quantifiers

Slide 2 - Slide

What did we do last lesson?
(Hint: it was Purple Friday)
A
Possessives
B
Quantifiers
C
Listening
D
Reading

Slide 3 - Quiz

What are we going to do today?

A
Possessives
B
Quantifiers
C
Listening
D
Reading

Slide 4 - Quiz

Wat zou een 'possessive' zijn?

Slide 5 - Mind map

Wat zou een 'quantifier' zijn?

Slide 6 - Mind map

Possessives

Slide 7 - Slide

Possessives
Als je wil zeggen dat iemand iets bezit, of dat iets bij iemand hoort, gebruik je 's of ' 



Slide 8 - Slide

Wanneer 's en wanneer '
's zet  je achter personen of dieren die in het enkelvoud zijn, en achter namen. (Charles's dog, the dog's toy)

' zet je achter op meervoud dat eindigt op een s. (my brothers' room, his parents' careers)

Slide 9 - Slide

Quantifiers

Slide 10 - Slide

Quantifiers
Much, many, few, little, etc.

Zie pagina 87 van je boek. 

Slide 11 - Slide

Make a list of things that belong to other people 

Example:
My brother's bike 
Lucas' pen
The teacher's book

Slide 12 - Slide

Make exercises 1 UTAI* 7
* = up to and including (tot en met)

Slide 13 - Slide

Make exercises from 2.4 
1 utai 7
(Up To And Including)

Slide 14 - Slide

What did we do today?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide