Meervoud zelfstandig naamwoord_hvvwo2

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1,2

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Welke regel(s) voor het meervoud hoort bij welk geslacht?

Weiblich

Männlich

Sächlich

zelfstandig naamwoord + e

(+ Umlaut op a, u, o, au)

zelfstandig naamwoord + n / + en of +nen

zelfstandig naamwoord + e

zelfstandig naamwoorden die eindigen op -el,-er, en geen verandering

zelfstandig naamwoorden + s bij woorden die eindigen op -y, -o, -a 

het meervoud van
der Satz

1. die Sätze
2. die Satze

die Oma

1. die Oma's
2. die Omas

het meervoud van
der Sohn

1. die Söhne
2. die Sohnen

het meervoud van
Maler (= schilder)

1. die Malers
2. die Maler

het meervoud van
der Ball

das Pferd

Maak het meervoud van
die Pause

het meervoud van
das Handy

Maak het meervoud van:
die Lehrerin

Macht das Buch auf: 

Seite 86/ Aufgabe 27, 29 & 30