Thema 2 Bereiden van maaltijden 17-1-22

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 2

Thema 2 

Bereiden van maaltijden

Les 3

11.15-11.45 uur lessonup

11.50-12.15 uur maken voorlichtingsfolder

12.20-12.45 uur presentatie folders

12.50-13.15 uur samenwerken met een cliënt

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan de student:

• uitleggen welke factoren invloed hebben op eetgewoonten
• voorbeelden geven van de invloed van deze factoren
• uitleggen wat het verschil is tussen een eetprobleem en een eetstoornis
• maaltijden bedenken die passen binnen een bepaald voedingspatroon
• aandachtspunten bij babyvoeding benoemen
• samenwerken met een cliënt

Waaraan denk je bij een eetprobleem?

2 meest bekende eetstoornissen

Anorexia Nervosa

Boulimia Nervosa

Zie blz. 28 voor kenmerken

Voeding en dieet hebben invloed op de aandoening

Energiebeperkt dieet bij overgewicht

Energieverrijkt dieet wanneer zorgvrager moet aansterken

Wanneer een zorgvrager moet aansterken kun je astronautenvoeding gebruiken

1. Waar
2. Niet waar

Eigen keuze voedingspatroon

Flexitarisch

Vegetarisch

Veganistisch

Welke voeding hoort bij een veganistisch voedingspatroon?

Evenwichtig eetpatroon

Koek, gebak, chocolade en snoep te laten staan

‘langzame’ koolhydraten= volkorenproducten

Goede verhouding tussen voedsel en activiteit 

Diabetes

Type I: vaak al op jonge leeftijd ontdekt. insuline spuiten.

Type II: vaak op latere leeftijd onder andere door overgewicht

Tegenwoordig ook een probleem bij jongere kinderen ivm  ongezonde en vette voeding

Hypo of hyper

Jouw taak:

Cliënt niet alleen laten

Zorgen dat de omgeving veilig is

Hypo: Koolhydraten (b.v. druivensuiker, blikje cola -geen light) 

Hyper: insuline toedienen (VZ/VP)

veel drinken (water)

Insuline is een belangrijke stof voor het lichaam

1. Niet waar
2. Waar

Diabetes type 2 ontstaat wanneer je jong bent

1. Juist
2. Onjuist

Diabetes komt steeds meer bij kinderen voor omdat veel kinderen overgewicht hebben

1. Onjuist
2. Juist

Bij een hypo is je;

1. bloedsuiker te laag
2. is bloedsuiker te hoog

Iemand met diabetes

1. mag geen suiker eten
2. moet heel veel sporten
3. moet regelmatig eten
4. moet weinig eten

Babyvoeding

Verschillen tussen borst- en flesvoeding

Na 6 maanden bijvoeden

Letten op hygiëne

Geef 1 voordeel en 1 nadeel van borstvoeding

Geef 1 voordeel en 1 nadeel van flesvoeding

folder presenteren

In tweetallen gaan jullie een folder maken over de één van de volgende onderwerpen:

• coeliakie
• lactose-intolerantie
• cholesterol
• diabetes

vragen om te beantwoorden in je folder

1. Geef een korte uitleg over jullie onderwerp
   
2. Hoe vaak komt het voor
3. Wat zijn de kenmerken
4. Wat is jullie advies
5. Waar kun terecht als je meer wil weten van jullie onderwerp  

Samenwerken met de cliënt

• Overleggen met de cliënt (wat kan/wil de cliënt zelf doen) 
• Neem het zorgplan als uitgangspunt (blz. 82)
• Bespreek vooraf de taken en de afspraken
• Stimuleer de zelfredzaamheid van de cliënt

oefening opdracht 98, bladzijde 84

Rapporteren

Je rapporteert over:

• het menu (verdeling van de voedingsstoffen en -waarden)
• de uitvoering van de taken
• de samenwerking
• afwijkingen in (eet)gedrag
• vermoeden van problemen of andere bijzonderheden

oefening 110 op bladzijde 94