This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
2. Spanningsbronnen
deel 1
Slide 1 - Slide
Stroomkring - herhaling
1
2
3
Slide 2 - Slide
Vorige les: Begrippen
Slide 3 - Slide
Vorige les: Begrippen
Spanning: Hoe graag de elektronen door een schakeling willen
Stroomsterkte: Hoeveel elektronen er door een stroomdraad lopen
Weerstand: Hoe moeilijk de elektronen door een schakeling stromen
Slide 4 - Slide
Spanningsbron
Slide 5 - Slide
Batterijen in serie schakelen
1
2
3
4
5
6
Slide 6 - Slide
Kennen jullie naast de batterij nog andere spanningsbronnen?
Slide 7 - Slide
Spanningsbronnen - batterij/accu
Slide 8 - Slide
Chemische spanningsbron
1
Slide 9 - Slide
Spanningsbronnen - dynamo/generator
Slide 10 - Slide
Spanningsbronnen - dynamo/generator
Een generator/dynamo zet beweging om in spanning(elektriciteit). Ze zitten dus ook in windmolens en waterkrachtcentrales. Maar zelfs ook in kolen- gas- en kerncentrales worden ze gebruikt om bewegend stoom om te zetten in elektriciteit.
Slide 11 - Slide
Spanningsbronnen- zonnecel
Slide 12 - Slide
Verschillende spanningen
Slide 13 - Slide
Spanning veranderen
Slide 14 - Slide
Transformator
Slide 15 - Slide
Hoogspanning
In ons stroomnet zitten veel verschillende spanningen.
Hier zijn dus ook veel verschillende transformatoren aanwezig
Slide 16 - Slide
Samenvattend - Spanningsbronnen
Je hebt veel verschillende spanningsbronnen.
1. Chemische spanningsbronnen: Batterijen en Accu's
2. Generatoren en Dynamo's: Deze zetten beweging om in elektrische energie (spanning). Generatoren zitten in kolen-, gas- en kerncentrales maar ook in windmolens
3. Zonnecellen: zonnepanelen
Slide 17 - Slide
Samenvattend - Transformator
Een transformator kan spanning omzetten. Hier 3 voorbeelden
Een transformatorstation zet de spanning van de hoogspanningskabel
(380.000V) om in 10.000V die de stad in gaat.
Een transformatorhuisje zet die 10.000V weer om naar de
spanning voor in je huis (230V)
Als laatste: de oplader van je telefoon zet de spanning uit
het stopcontact (230V) om in een lagere spanning (5V)
Slide 18 - Slide
Voordat je begint- NAKIJKEN!
Kijk je antwoorden van de vorige LessonUps na.
Dit gaat om les 1 & 2 de antwoorden zijn nu verschenen op dia's achter de opgaven
Slide 19 - Slide
Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
De groene vragen zijn optioneel
Slide 20 - Slide
Maak een meerkeuze-toetsje
LINK
Je hoeft de antwoorden niet door te sturen naar een docent. Ga oefenen hiermee
Slide 21 - Slide
3.1 - Noem minimaal 4 verschillende soorten spanningsbronnen
Slide 22 - Open question
3.2 - Waarom kan je een batterij gewoon vasthouden maar niet je vingers in het stopcontact stoppen?
Slide 23 - Open question
3.3 - Wat heb je nodig om de hoge spanning uit het stopcontact om te zetten in een lagere spanning?
Slide 24 - Open question
!Alleen voor VWO! 3.4 - Beantwoord de vraag hiernaast.
3.2 - Batterijen hebben een veel lagere spanning (1,5V) dan een stopcontact (230V). Je hebt ongeveer een spanning van 24V nodig om een stroom in je lichaam te krijgen. De spanning is dus te laag