NB Mollentijd

NB Mollentijd
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 36 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

NB Mollentijd

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Lesdoel les 1
Om een tekst goed te begrijpen moet ik de betekenis van de woorden kennen.

Ik leer de betekenis van 10 woorden.

Slide 3 - Slide

We gaan lezen
Onderstreep de woorden in de tekst die je niet snapt of kent.

Iedereen moet meerdere woorden onderstreept hebben!

Slide 4 - Slide

nu, op dit moment

Slide 5 - Slide

met elkaar vrijen, zodat er daarna jongen komen (van dieren)

Slide 6 - Slide

iets wat vanzelf gebeurt, doordat er eerst iets anders is gebeurd

Slide 7 - Slide

het levend geboren dier dat als baby melk drinkt bij zijn moeder

Slide 8 - Slide

puntig

Slide 9 - Slide

in zich hebben

Slide 10 - Slide

waar makkelijk van alles kan groeien

Slide 11 - Slide

ook

Slide 12 - Slide

als uitkomst hebben

Slide 13 - Slide

het insect dat net uit het ei komt (later verandert een larve van vorm)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

aan het werk
Maak de 25 vragen!

Lees de vragen goed!

Probeer het eerst zelf, daarna mag je  pas op je woordenlijst kijken.
timer
30:00

Slide 24 - Slide

Weet je nog: woorden
  • vruchtbaar
  • het zoogdier
  • de larve
  • paren

Slide 25 - Slide

Lesdoel les 2
Ik snap de tekst nu goed en ik kan vragen over de tekst beantwoorden in mijn eigen woorden en met mooie zinnen.

Slide 26 - Slide

Wat wordt er hier bedoeld met een explosie
aan molshopen?
1
Kijk ook naar de foto bij de inleiding. Wat zie
je daar?
2

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Wat lees je over de kenmerken van de mol?
Over zijn poten, zijn snuit en pels?
1
Lees regel 18-24 nog een keer. Wat lees je
daar?
2

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Waarnaar verwijst dat in regel 38? Lees een
stukje terug.
1
Wat hebben een glazen fles en de wind ermee
te maken?
2

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

aan het werk
Je maakt de vragen zelfstandig.
Lees de vraag en daarna de tekst goed.

Denk aan hoofdletters en punten.

Slide 36 - Slide